Nao de Hòmmis

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van zondag 26 augustus

Jo: Ik geloof dat onderhand half Méél dit jaar naar de Rozenfeesten in Lottum is geweest. Iedereen heeft er de mond over vol en dan niet alleen over de Heimatkapel, de Zwei Dörfer en Moniek Koopmans.
Ger: Dat mag zo zijn Jo, maar voor mij stak die show van Moniek er toch met kop en schouder boven uit.
Lins: Wij zijn met een groepje op de fiets naar het feest gegaan. Op een fiets met ondersteuning wil dat eigenlijk weinig zeggen. Van anderen hoorde ik weer, dat ze de auto in Horst of Grubbenvorst hadden neergezet en er van daaruit een mooie fietstocht aan vastgeknoopt hadden. Zonder auto kon je met dat weer ook nog een lekker glas bier drinken.
Jo: Ik wilde voor mij en Bertha 8 consumptiemunten pakken uit zo’n automaat. In plaats van 8 kwamen er 16 uit. Dat was toch wel hüps veel. Op de terugweg een paar keer achter de bosjes moeten stoppen om me te verlossen van het overtollige vocht.
Wim: Dat doe ik liever als dorst lijden. Maar nog iets anders. Het zou trouwens toch mogelijk moeten zijn dat Moniek volgend jaar op het Oogstdankfeest in ons dorp iets uit die Lottumse show laat zien.
Ger: Ik zou graag zien dat het idee, om een pleinfeest aan dat Oogstdankfeest te koppelen zou worden uitgewerkt en dat hoeft dan niet direct het Drankfeest te heten. Er loopt hier volgens mij organisatietalent genoeg rond, om er zo’n feestje omheen te bouwen. En het liefst zou ik dan zien dat zich hiervoor een paar clubs samenpakken.

===============================================

Jan: Deze week heb ik zelf mogen ervaren, dat er in os dorp vlug gekletst wordt.
Lei: Hoezo? Wat werd er over jou rondgebazuind? Dat je besloten had met je vriendin van de Nirkant te gaan trouwen?
Jan: Dat niet al had het wel wat met die vriendin van doen. Ik was op de verjaardag van een nicht op Ospel, die ook weduwe is. We kregen het over lekker eten in de buurt en het einde van het liedje was dat ik haar uitnodigde voor een etentje hier in het Oranje Hotel. Zo gezegd op die verjaardag, zo gedaan deze week.
Thei: Vond die nicht het natuurlijk niet zo lekker als in de Dorpsherberg bij hun.
Jan: Helemaal niet; we hebben samen prima gegeten en een paar leuke uren gehad. Een paar dagen later belde mijn zwager, met de vraag of het uit was met mijn vriendin oppe Nirkant. Hij had me immers met een ander gezien, hier in de serre van het Oranje.
Lei: En toen heb je hem natuurlijk wel verteld dat je niet gediend bent van die verhaaltjes.
Jan: Zoiets, ja. Toch vreemd dat in een dorp als het onze, zo snel ergens wat achter gezocht wordt.
Thei: Ik denk dat het een nadeel van elk dorp is. Iedereen kent iedereen en dan zijn dat soort verhaaltjes snel in de wereld. Laat iedereen alstublieft kunnen gaan en staan waar hij of zij wil.
Jan: Zo is het maar net Thei. En laat er ons samen nog maar eentje drinken op de gezondheid van mijn vriendin en op die van mijn nichtje.

===============================================

Cor: Na de ramp met die brug in Genua is de discussie over de brug op de Heldensedijk weer actueel geworden. Sommigen willen die brug – voordat ze een keer instort – alsnog opblazen en de Méélse vlag weer tevoorschijn te halen. Méél moet daarna – volgens die mén – Peel en Maas vaarwel zeggen en weer zelfstandig verder gaan.
Piet: Klopt en die groep schijnt Teun Heldens als nieuwe burgervader naar voren te schuiven. Valt te lezen op facebook, onder het account van diezelfde Teun.
Niek: Maar, maar. Dan weet ik wel een paar andere namen van mensen met meer ervaring voor dit ambt. Bijvoorbeeld Joost Stemkens die toch al vaak de Méélse burgemister wordt genoemd. Of neem zo’n Frits Berben of oud kernwethouder Raf Janssen.
Cor: Ik ben er van overtuigd dat ook Hubert Vos – als hij gevraagd zou worden – zo weer voor een aantal jaren in Méél aan de slag gaat.
Piet: En de bevolking moet dan de man of vrouw in kwestie zelf kunnen kiezen. Zou best mooi zijn als Méél de eerste gemeente in het land wordt met een gekozen burgemister.
Niek: Kandidaten moeten zich maar melden bij de redactie van de parochieweblog en aangeven waarom hij/zij de meest geschikte man/vrouw is om ons dorp de komende jaren te leiden.

===============================================

Wiel: Volgens mij is kapelaan Roger de Grashoek en Méél een beetje aan elkaar aan het knopen.
Jan: Hoezo? Ik weet alleen dat hij naast Meijel ook parochiepriester in voor Grashoek en Beringe.
Wiel: Zal ik je vertellen. Piet Schers was bij Evertje aan het kanaal spul aan ’t verzamelen voor de Krudjwis. Annelies Daniëls die daar langs kwam, begreep dat hij dat deed in opdracht van kapelaan Roger.
Bert: En dat spul gaat naar de Grashoek, want daar maken ze elk jaar voor de parochianen unne Kroëdwusj. Dat weet ik toevallig.
Jan: Aha! En ik weet dat de kapelaan dan vaker Grashoekse Kroëdwusj mee naar Meijel brengt, zodat ook Méélse mensen die dat willen unne Krudjwis in huis hebben.
Wiel: Als ik dus ‘goe wisj’ ben is dit zo’n beetje een coproductie tussen de Grashoek en Méél met onze keplaon als regisseur.
Jan: Liever als tussen Panningen en Méél en de deken als regisseur!