Nao de Hòmmis

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van zondag 30 september

Ger: Zit m’n schoondochter deze week te vertellen dat ze de boodschappen betaald met de telefoon. Geen pinpas meer nodig!
Jo: Ja jongens, die ontwikkelingen zijn voor ons niet meer bij te houden. Nog een paar jaar en we lopen niet alleen krom, maar ook hopeloos achter.
Thei: Ik weet nog dat de pinpas kwam en je met dat ding geld ‘uit de muur’ kon halen. Ik sprak met ons Bertha af dat zij dat zou gaan doen. Ze moest wel zorgen dat ik voldoende geld in de beurs had om te kunnen betalen en op zondagmorgen hier af te rekenen in het café.
Wiel: Die afspraak heb ik toentertijd ook met ons Jet gemaakt, maar daar ben ik toch maar op terug gekomen.
Jo: Hoezo Wiel. Dat doen Mien en ik nog steeds en daar is niks mis mee.
Wiel: Niks mis mee? Dat zal ik jullie vertellen. Er zat regelmatig niks in die beurs en bij de bank stonden we in het rood. Dat gebeurde voor die tijd nooit. Ik heb niks te klagen over ons Jet. Ze heeft de kinderen goed opgevoed en brengt altijd een goed bord eten op tafel. Maar het probleem is wel dat ze een groot gat in d’r handen heeft. Bij ons Jet moet het geld echt rollen.
Ger: Tja, zo raakt een mens op d’n duur uitgerold! Maar ben maar blij Wiel, dat je verder zo’n goeie vrouw aan Jetje hebt. Wat dat betreft had het nog een stuk ‘kòijer’ kunnen uitvallen!

===============================================

Wim: Ik heb gehoord dat de organisatie van de rommelmarkt – ondanks het regenachtige weer – na afloop weer uitermate tevreden was.
Giel: Maar voor een binnen activiteit hoeft regen niet altijd slecht te zijn. Als het zo’n schitterend weer als afgelopen donderdag was geweest, was het waarschijnlijk minder druk geweest. Was iedereen gaan fietsen.
Piet: Ik zag trouwens dat aardig wat bezoekers zich eerst tegoed deden aan een lekkere wafel en toen pas over de markt gingen struinen. Valt trouwens op hoe mensen uit zijn op koopjes.
Har: En let vooral op de echte handelaren onder hen. Op zo’n rommelmarkt iets voor een prikje proberen te kopen en nadien voor een stevige prijs verpatsen.
Giel: Maar ook dat weet je intussen als organisatie. Ik ben blij dat ook dit jaar ongetwijfeld weer een flink bedrag kan worden overgemaakt naar de eigen Méélse ontwikkelingsprojecten.
Wim: Nel en ik zijn dit jaar niet geweest. Ik had bij Nel een time out aangevraagd na het debacle van vorig jaar. We zijn ons Mia in het ziekenhuis in Geldrop gaan opzoeken. Ook een goede daad.
Piet: Maar van welk debacle was dan vorig jaar sprake, Wim?
Wim: Nel had enkele fel gekleurde oranje vaasjes meegegeven. Ik zag zo’n zelfde vaasjes – dien van ons Nel – op de markt staan en dacht: “Nu ga ik punten scoren” en kocht het hele handeltje. Zou mooi passen bij de rest van haar verzameling. Toen ik er mee thuis kwam vroeg Nel of ik gek geworden was. “Die heb ik gisteren aan die jongens meegegeven omdat ik ze beu was en breng jij ze weer terug.” Het voorval doet het op elke verjaardag nog goed en in die zin is het allemaal goed afgelopen.

===============================================

Lins: Deze week toch een gek verhaal gehoord!
Bert: Dan snel voor de dag ermee, kameraad.
Lins: Luister, jullie weten dat kapelaan Roger elke woensdag even koffie gaat drinken bij die jongens van de kerkhofploeg. Nu is hij een weekje met vakantie en komt dokter Habets afgelopen woensdag in zijn plaats koffie drinken bij die jongens.
Jan: Dan zal Roger wel verteld hebben dat ze dat bijna elke week vlaai bij de koffie hebben.
Piet: Of die twee hebben een afspraak dat ze in voorkomende gevallen het werk van elkaar overnemen. De kapelaan draait dan het spreekuur van de dokter en Habets kruipt voor Roger in de biechtstoel als er iemand wil biechten.
Lins: Dan weet ik zeker dat Roger het in de spreekkamer van de dokter drukker heeft, als Habets in de biechtstoel van Roger.
Piet: Maar dan denk ik toch dat iemand die wil biechten beter af is met de dokter in de biechtstoel; als de patiënt die de kapelaan in de spreekkamer van Habets aantreft.
Jan: Ik zie het al voor me. De biechteling die naar de apotheek gaat voor een penicilline kuurtje en de patiënt die in de kerk een Rozenhoedje gaat bidden.
Ha,ha …
Bert: En het einde van het liedje is dan dat de kapelaan voor het medisch tuchtcollege moet verschijnen en de dokter bij de bisschop op het matje moet komen.
Lins: Dan kunnen ze beter samen naar Mat gaan en hem vragen om voorlopig in ‘Nao de Hòmmis te zwijgen over dit prille samenwerkingsexperiment. Zo blijft dat verhaal dan mooi onder ons. Want er is in Méél niemand die een van die twee erin zal luizen. Zo zijn wij niet…

 

 

loader