‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hommis van zondag 5 juni

Wim: ik kan vandaag niet te laat naar huis want vanmiddag is ons kleinkind in Horst jarig. Als ons Bertha met het middageten moet wachten is ze niet te genieten. Nog erger, dan vind ik de hond in de pot.
Lins: rare uitdrukking, ik vind ons Bella vaak in de mand als ik thuis kom, maar nooit in de pot.
Wim: ik hoor wel, spreekwoorden zijn niet je sterkste kant. Maar als jullie bij de kleinkinderen op bezoek gaan, wat geven jullie dan zoal als cadeautjes? Ik vind het altijd zo’n gedoe. Speelgoed hebben ze meer als genoeg. Je struikelt er over als je binnen komt. Dat was vroeger wel anders, je moest al tevreden zijn als je een hand kreeg of een mooi prentje voor in je plakboek.
Lei: Vroeger, wat moet ik er mee. De tijd is nu eenmaal anders. Wij geven meestal geld voor op de spaarrekening en doen daar een klein cadeautje bij. Je kunt toch niet met lege handen aankomen.
Niek: ik heb de oplossing en ben eigenlijk op het idee gekomen tijdens de opening van de nieuwe kern, toen een paard dat meeliep enkele moppen liet vallen. De jeugd weet helemaal niet meer wat dat is. In mum van tijd verzamelde de jeugd zich om die paar moppen. Er werd voorzichtig met de schoen tegenaan geduwd, of het wel bewoog en een kind deed zo’n hoopje in een bakje. Lekker toch voor thuis. Ik dacht toen bij mijzelf, nu weet ik tenminste wat ik mijn kleinkind met de verjaardag moet geven. Gewoon een paar paardenvijgen. Zijn ze nog blijer mee als een i-pad.
Piet: moet jij thuis mee aankomen. Ik denk dat die Toos van jou je een paar oorvijgen verkoopt.

Henk: De brandweer zal het wel jammer vinden dat hun oefenobject, het oude gemeentehuis, verkocht is. Temeer dat daar door de brandweer flink wat wordt geoefend. Laatst hadden ze nagespeeld dat er een  terroristische aanval plaats vond in het gebouw. Een man met een autobom was naar het gemeentehuis gereden en had binnen een brandbom af laten gaan. Ik kwam er toevallig langs. Een gekerm van jewelste.
Bert: dat is voor mij niets nieuws. Vroeger toen de gemeenteraad daar vergaderde werd er ook wat af gekermd. En zou het dan al waar zijn, geloof maar niet dat ik dan daar naar binnen ga om een paar ambtenaren te redden.
Piet: wat zijn wij weer positief, het is juist goed dat er geoefend wordt. Zo’n aanslag kan overal gebeuren en dan kun je beter maar goed voorbereid zijn.
Jo: nu we over het toch over het gemeentehuis hebben, las ik het bericht dat de nieuwe ijsverwarming in Panningen nog nooit goed gefunctioneerd heeft. Je gelooft het toch niet. Ze zijn pas gestart met reparatie. In oktober vorig jaar zijn ze weer overgeschakeld op gas. Dat heeft de gemeenschap 4.400 euro extra gekost. Ik kan dan wel slecht rekenen, maar als het uitschakelen van de installatie maar een paar duizend euro extra gas kost, dan wordt zo’n enorme investering toch nooit meer terugverdiend.
Bert: Gelijk heb je, ik denk ook niet dat het geld ooit terug komt “ijs en weder dienende”.

Wiel: je zult maar in België wonen, daar is altijd wat. De ene na de andere staking. Laats waren het weer de cipiers die staakte. Ze schijnen er slecht betaald te krijgen en de omstandigheden in de gevangenissen zijn bar slecht. Dan kun je beter in een Nederlandse gevangenis zitten. Hier zijn het hotels vergeleken met sommige andere landen.
Lins: dat noem ik café praat. Je zult maar jaren in zo’n cel zitten. Lijkt mij ook geen pretje.
Wiel: we zijn toch in een café, nou ja hotel dan. Wat ik laatst hoorde bij het journaal die verslag deden van de staking, heb ik toch hartelijk om moeten lachen.
Lins: dat is lachen om het leed van anderen, maar waar ging het dan om?
Wiel: het leek wel een Belgenmop. Stond een vrouw buiten het hekwerk van de gevangenis te roepen naar haar man die daar in de cel opgesloten zat. Het bezoek zal wel niet zijn doorgegaan wegens de staking. De vrouw riep naar haar man. “Hoe gaat het nu schat. Slecht schat” riep de man terug. “We zitten al dagen opgesloten wegens de staking. Ik hou dit niet lang meer vol”.
Lins:  nu krijg ik toch een beetje medelijden. Wat antwoordden de vrouw?
Wiel: “nog even doorbijten schat”.
Lins: snap ik niet.
Wiel: ha, ha, denk er maar eens over na.

loader