‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

de Hòmmis van 10 juli
Wiel:
Vorige week dacht ik toch echt dat in ons dorp Griekse toestanden waren uitgebroken. Daar konden mensen vorig jaar op een gegeven moment ook niet meer aan hun geld komen. En dat was vorige week hier ook het geval. Bij de Rabobank kon je niet pinnen, maar ook bij de pinautomaten van de Coop en de Jumbo kon je geen ‘flappen meer tappen’.
Bert: Maar je hebt me altijd verteld dat Tinie nog aardig wat geld in een ouwe zak heeft zitten.
Wiel: Dat is alleen voor noodgevallen zegt Tinie en die noodtoestand geldt alleen als we niks meer te eten hebben. Ik weet trouwens niet waar ze die sok verstopt heeft. Ik ben van lieverlee maar naar Beringe gereden, waar trouwens aardig wat Méélse in de rij stonden.
Piet: Daar had je mij dan ook kunnen zien staan. Ik heb bij de Rabobank wel om een kilometervergoeding en smartengeld gevraagd. En van dat laatste zullen ze daar wel geschrokken zijn. Ze komen trouwens nog goed weg, want ik heb maar 25 euro gevraagd omdat ik maandagavond niet naar het terras kon, terwijl ik zeker voor 50 euro dorst had.
Bert: Dat kan je dan duur komen te staan. Ze zullen daar zeggen dat je 50 euro verdiend hebt die avond in plaats van 25 euro schade geleden. Dat wordt dus helemaal niks met die claim van jou.

Jo: En Piet, zondag genoten op het OLS in Maasmechelen?
Piet: Jullie vinden het misschien gek, maar voor ons Bertha en mij is het OLS het mooiste uitstapje van het jaar. Elk jaar weer prachtig als je meer als 150 schutterijen op hun paasbest voorbij ziet trekken.
Jan: Dat laatste kon dit jaar toch niet van de schutterswei gezegd worden. Modder en nog eens modder.
Piet: Het was inderdaad uitkijken waar je liep, al wordt zoiets ook al snel overdreven. Met alles wat de laatste weken uit de lucht is komen vallen, viel het mij – eerlijk gezegd – nog best mee. En de schuttersmagen kwamen ‘op ’t Belsj’ niets te kort: grote omeletten met spek en frikandellen van wel een halve meter lang. Daarbij een paar stenige glazen Belgisch bier en dan kon je er best weer tegen.
Chris: Dan zullen de ‘Blauw’ wel te vroeg aan het Belgisch bier zijn gegaan, want die lagen er bij het schieten wel erg vlug uit. Gelukkig hebben we twee schutterijen in ons dorp en mochten de ‘Grúún’ gisteren wel op herhaling.
Piet: Helaas heeft het weinig opgeleverd. Uiteindelijk is het Zuid Limburgse Merkelbeek – een dorp ter grootte van Neerkant – met de eer gaan strijken. Het is en blijft natuurlijk ook een kwestie van een beetje geluk om d’n Um binnen te halen.
Jo: Ons An denkt daar toch anders over. Bijna alle schutterijen zijn genoemd naar één heilige. Die van Merkelbeek hebben er twee: schutterij St. Johannes en St. Clemens. Die hebben daar boven op 100 procent meer voorspraak kunnen rekenen. Ze hebben een geheim wapen in de strijd gebruikt.
Jan: Verdorie als dat waar is kunnen we dat in Méél volgend jaar ook wel regelen. De Blauw en de Grúún gooien de boel bij elkaar en we hebben gelijk twee invloedrijke heiligen om de zaak te regelen: sint Willibrodus en sint Nicolaas. Dat zijn toch niet de eerste de beste!
Piet: Nou geloof ik toch echt dat jullie nog in sinterklaas geloven…

Lins: Alweer een wietplantage opgerold in ons dorp. Schijnt toch wel aardige handel te zijn, want ze blijven het proberen.
Niek: Misschien iets voor senioren om hun pensioen aan te vullen. Zou echt iets zijn voor de KBO. In plaats van computercursussen, cursussen wietteelt. En de Nestorbezorgers zouden ingeschakeld kunnen brengen om het goedje aan de voordeur af te leveren.
Lei: En wij ouderen zijn van vroeger uit nog gewend om te tuinieren en te oogsten. Bovendien hoeven we dan niet meer voor allerlei pijntjes naar de dokter, want daarvoor kunnen we dan ons eigen spul gebruiken. Besparen we ook nog op de ziektekosten. Kortom de overheid zou de KBO in de arm moeten nemen om controle te krijgen op de wietteelt en het gebruik daarvan.
Lins: Doet me denken aan die hippietijd in de jaren zestig. Met alle Méélse senioren aan de wiet zou ons dorp er een aardige attractie bijhebben.

loader