‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Zóndich 24 juli

Lei: Ik kan nu nog jaloers worden als ik lees dat eind jaren ’60 zo’n 170 jongeren in onze omgeving met hun Puchs, Kreidlers en Floretts lid waren van ‘de Bende van de Blauwe Hemel’. Zoiets was voor mij op mijn fietske niet weggelegd.
Piet: Volgens mij waren er kleinere clubjes die beruchter waren als die grote. Ik denk bijv. aan de Royal Nord club uit Liessel. Die hoorde je op de Neerkant al aankomen. Menige kastelein was ze liever kwijt dan rijk.
Jo: Ik ben niet verder gekomen als het lezen van verhalen over bendes. Over bijvoorbeeld de Bende van de Blauwe Bergen en over de Bokkerijders. In de Bende van de Blauwe Bergen trok Arendsoog met zijn indianenvriend Witte Veder door de prairie om het kwaad te bestrijden. De Bokkenrijders waren zelf een stelletje gewelddadige dieven, de veroorzakers van kwaad.
Lei: Over dat laatste wordt hier en daar toch wel een slag anders gedacht. Die schilderen het beeld van een stelletje vrijbuiters, die weliswaar stalen van de rijken, maar vervolgens ook arme mensen hielpen.
Jo: Dadelijk zeg je nog dat dat stelletjes raddraaiers de voorlopers van de Vincentiusvereniging waren.

Giel: De zomers staan tegenwoordig bol van de festivals en feesten: Van Pinkpop tot Bospop. Van de Zomerfeesten in Venlo , over de Ossefeesten in Maasbree naar het Festeynderfeest in Nederweert.
Jan: En vergeet in eigen dorp niet het groot volleybalfeest van enkele weken geleden en Summer Kick-off van dit weekend.
Wiel: Dan kan ik ook nog wel een duit in het zakje doen. Komende week de 25ste Fietsvierdaagse en vrijdag de zoveelste grote Jaarmarkt.
Piet: En de liefhebbers van ‘jaren zestig muziek’ komen weer aan hun trekken op het kermismatinee van de KBO. Daar spelen ook dit jaar weer de Memories uit ons eigen Meijel.
Wiel: Hou op. Ons Bertha begint nog vaak over die jaren zestig. We waren overal te vinden waar Lon Berben met zijn Thunderstrings op de bühne stond of we gingen naar optredens van The Classics.
Jan: Maar toch nog even terug naar de Festeynderfeesten. Ik ben daar praktisch elk jaar met Toos te vinden. Het blijft daar in Eind toch maar lukken om jaar in, jaar uit hordes toeschouwers te trekken.
Wiel: Maar ze komen daar dan ook telkens met nieuwe verrassingen op de proppen. En elk jaar een nieuw thema.
Piet: Dat gebrek aan vernieuwing heeft naar mijn idee hier in Meijel uiteindelijk dat Festival van de Oude Ambachten de das omgedraaid. Wat dat betreft pakken ze dat bij de Festeynder slimmer aan.

Lins: Ook ons dorp ontkomt niet aan de vergrijzing en aan de andere kant worden er meer baby’s geboren als elders.
Niek: Dadelijk zeg je ook nog dat wij met onze grijze koppen voor die ‘baby-explosie’ zorgen…
Lins: Nee, gelukkig weet Méél ook jonge gezinnen vast te houden en zelfs forensen aan te trekken. In twee jaar tijd een groei met maar liefst 126 inwoners. En daar schijnt groot-Helden niet aan te kunnen tippen. Er gaat blijkbaar niets boven Peelgeluk in Méél. En waar mensen zich de hele dag- ook ’s nachts lekker voelen – daar worden dus ook meer kinderen geboren.
Ger: Met zo’n logica mogen ze jouw wel uitroepen tot de nieuwe Cruijff in het land tussen Peel en Maas.

loader