‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 7 mei

Frits: Wie heeft jou en Tinie vroeger eigenlijk getrouwd, Piet?
Piet: Denk je soms dat het niet goed gebeurd is? Het ‘houd’ anders al bijna 50 jaar. Maar goed, voor de wet was volgens mij van Rens toentertijd ambtenaar van de burgerlijke stand en was het pastoor Grubben die ons voor de kerk getrouwd heeft.
Frits: Dacht ik al. Bertha en ik zijn een jaar later getrouwd als jullie en toen waren het ook deze twee. Maar die duidelijkheid gaat helemaal verdwijnen. Je kunt je binnenkort laten trouwen door wie je maar wil. Door een ‘babs’: zo iemand wordt voor één dag benoemd tot ‘buitengewoon ambtenaar van de burgerlijk stand’. Vandaar ‘babs’. En de locatie mag je ook nog zelf kiezen.
Piet: Dus het kan zelfs je schoonmoeder of je ex zijn die je trouwen in je stamkroeg.
Thei: Als je het mij vraagt wordt het één grote poppenkast! Vroeger ging je zelfs eerst 6 weken in ondertrouw en werd die aankondiging in het kastje bij het gemeentehuis opgehangen. Kon die ex tenminste op een fatsoenlijke manier bezwaar aantekenen en nu mag ze je met je nieuwe lief in de echt verbinden. Gekker moet het toch echt niet worden.
Frits: En voor ons huwelijk moesten we enkele keren bij pastoor verschijnen die ons dan duidelijk maakte welke regels voor een goed katholiek huwelijk in acht genomen moesten worden.
Piet: En het wordt nu een zeldzaamheid dat die pastoor – of in ons geval kapelaan Roger – nog gevraagd wordt om een huwelijk in te zegenen. Wat 50 jaar geleden de gewoonste zaak van de wereld was is nu een zeldzaamheid geworden.

======================================================
Jo: Hebben jullie ook gelezen dat het sluitingsuur voor de cafés wordt opgeheven? Het feest kan voortaan de hele nacht doorgaan!
Toon: Volgens mij was dat in de disco’s in de steden al langer het geval, maar nu bereikt het dus ook ons dorp.
Lei: Maar ik kan me niet voorstellen dat er kasteleins zijn die de hele nacht open blijven, want de volgende dag moeten ze ook weer aan de bak.
Toon: Ik weet nog dat vroeger in het café om 11.00 uur de muziek uit moest en om 12.00 uur de zaak dicht. Nu komen op dat moment de eerste klanten binnen…
Niek: Precies en daarom was ik het helemaal eens met de opmerkingen van de uitbater van ‘Dotje’ in Panningen in ‘t Krèntje. Hoe later de sluitingstijd, des te later komt de klant binnen. Je zou eigenlijk de sluitingstijd moeten vervroegen, zei die man. Komt de klant automatisch ook weer vroeger in je zaak.
Jo: Net als vroeger in onze tijd. ’s Middags aansluitend aan het voetbal naar het café, dan naar de meid en samen een paar uur ergens dansen en dan lag je om 12.00 uur onder de wol. En voor alle duidelijkheid: niet in één bed maar elk thuis in je eigen bed.
Toon: Maar die langere openingstijden passen wel in een trend. Kijk maar naar supermarkten. Die draaien van acht uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds en ook nog eens in het wekend. En in de stad zijn al zgn. nachtwinkels waar je midden in de nacht nog terecht kunt voor een brood of een pond suiker. Als je het mij vraagt: van de gekke!
Jo: Ik zie het al voor me. Rol je om vier uur in de nacht de kroeg uit, kun je nog even bij het Kruidvat binnen voor paracetamol tegen de opkomende koppijn!

====================================================
Wiel: Kregen de mannen er in de krant weer flink van langs, dat ze geen hand uitsteken in het huishouden.
Ton: Als ik naar die jongens van ons kijk, gaat dat tegenwoordig toch wel niet meer op. Daar werken de vrouwen ook buiten de deur, dus achter de deur van het eigen huis moet ook samen aangepakt worden en daar lijkt me niks op tegen. Wij komen nog uit de tijd dat onze vrouw het huishouden beredderde en de man de kost ging verdienen.
Lins: Toch denk ik dat ook bij die jongere stellen nog wel bepaalde patronen horen. Ik denk dat bijvoorbeeld op de meeste plaatsen de vrouwen wassen en strijken en de man de tuin en bijv. de boodschappen doet.
Ton: Dat weet ik zonet nog niet en strijken gebeurt ‘so-wie-so’ in die jonge huishoudens nog nauwelijks. Ik weet wel bijvoorbeeld dat als die jongens van mij eerder thuis zijn als hun vrouw, zij al voor het avondeten gaan zorgen en bijvoorbeeld ook de kinderen naar bed doen.
Wiel: Maar volgens dat onderzoek in de krant valt er nog een lange weg te gaan.
Ger: Waar maken die zich eigenlijk druk over Als die jonge vrouwen en mannen samen de taken eerlijk verdelen, kan daar toch niks op tegen zijn. Het kan toch best zo zijn dat de ene bepaalde taken beter liggen als de ander of dat de een bepaalde dingen liever doet als de ander. Voorwaarde lijkt me wel dat ze daar samen over beslissen en er zich allebei goed bij voelen.

 

loader