‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 6 maart

Piet: Sjon, dat artikel over Jo van Bree oftewel Jo van Keub, vorige week in ‘Hallo, Peel en Maas’.
Dré: Die hele reeks in dat blad over echte dorpsfiguren is mooi.
Henk: Het mooie zit hem er voor mij vooral in, dat ze portretjes maken van eigenlijk heel gewone mensen, die dan om bepaalde reden wel opvallen.
Piet: Precies, neem nou zo’n Jo. Gewoon, maar apart omdat hij dag in dag uit, jaar in jaar uit, door ons dorp toert. Het buitengebied is duidelijk zijn favoriete plek.
Dré: Maar Jo is ook een soort dorpsomroeper. Hij ‘buurt’ met iedereen; hij hoort elke dag weer nieuws en geeft dat vervolgens weer door.
Piet: Jo was vroeger een echte verenigingsman: voor de Kieveloeët en Willibrordes heeft hij veel betekent. Maar bovenal was Jo een muziekman die met zijn orkestjes speelde op bruiloften en partijen.
Henk: Jammer dat zo’n figuren een uitstervend ras aan het worden is. Ik denk dan aan mensen als ‘Jantje van het Kloster’ en ‘Loet van Sil’, de Méélse boer Koekoek die jarenlang in de gemeenteraad zat.

Bert: Nou is – volgens berichten in de krant –  die verkoop van het oud gemeentehuis opeens weer vlot getrokken. Ronald schijnt nu het oorspronkelijke bedrag van € 440.000 per direct te willen betalen.
Jo: Wel een beetje gek dat beide partijen niks kwijt willen over de voorwaarden die door de gemeente aan de verkoop gesteld zijn.
Wiel: Voor mij blijft het: eerst zien en dan geloven. Als er eenmaal een stevige kink in de kabel zit is die nog niet een, twee, drie verdwenen. Dat zie je ook vaak bij fusies en overnames van bedrijven.
Bert: Ik denk dat je gelijk hebt, Bert. In dit soort zaken is onderling vertrouwen vaak erg belangrijk en dat vertrouwen was in deze zaak toch wel heel ver te zoeken.

Lins: Nog even en de winkels zijn op zondag nog langer open als op doordeweekse dagen. Dadelijk kunnen we zeven dagen in de week van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat de boodschappen binnen halen.
Jos: Met uitzondering dan van het winkelpersoneel. Die mogen op zondag klaarstaan voor anderen in plaatst van er met het gezin op uit te kunnen trekken.
Mart: Maar ooit zal de wal het schip keren. Ook de euro kun je maar een keer
uitgeven. Als alle zaken – groot en klein  – mooi vasthielden aan de vroegere openingstijden kwam er evenveel geld in de kassa en waren de loonkosten een stuk lager.
Lins: Maar dat lossen die jongens, zoals bijv. de grote supermarkten wel anders op. Zo weinig mogelijk mensen in vaste dienst  en voor de rest heel jonge mensen op oproepbasis tegen een minimum jeugdloon. Niet te geloven!  En de kleine zelfstandige wordt uiteindelijk gedwongen het spel van de grote jongens mee te spelen.
Jos: En dan hebben we het nog niet over de groeiende groep die voor hun boodschap in de luie stoel blijven zitten en alleen nog maar online kopen.
Mart: Ons Bertha verlangt weer naar de tijd dat Piet de melkboer langs de deur kwam en nadien Peter Daniëls. Dat was nog eens service, met name voor de ouderen en daar rekent Bertha zich intussen ook toe.

Wim: Giel,  weet jij soms of er al schot komt in de verhuizing van dokter Habets naar de Pastorie?
Giel:  Een van de assistentes heeft me enkele weken geleden verteld dat ze uitgingen van eind maart. Ik zie er de laatste dagen ook allerlei busjes af en aan rijden.
Jan: Wordt onderhand ook wel tijd. Ik moest een paar dagen geleden nog bij de dokter zijn voor een spuit in de bil. Sta je daar met de broek op de enkels in dat volle achterkeukentje. Het is toch echt niet meer van deze tijd.
Giel: Nog even doorbijten jongens. Dan kunnen we voor ons geestelijk en lichamelijk welzijn onder één dak terecht. Al denk ik dat er meer  het bordje richting Habets volgen als richting ‘keplaon’. Laatst vertelde me zelfs iemand dat als ‘keplaon’ op een gegeven moment ergens anders benoemd zou worden , Habets dat baantje er parttime bij wilde gaan doen.
Lei: Volgens mij zou dat beter bij elkaar passen, als alles wat onder dat ene dak bij die andere huisarts gebeurt. Als ik daar heen ga vanwege buikpijn ga ik onder hypnose naar huis…
Jan: Maar nu nog even terug naar de Pastorie. Ik zag deze week dat in de heg tussen Parties en de Pastorie een groot gat is gemaakt.
Giel: Volgens mij heeft dat te maken met het bericht in ’t Krentje dat het terrein tussen Parties en de Pastorie openbaar parkeerterrein wordt. Als je dan naar de dokter of keplaon moet, kun je daar de auto parkeren en door dat gat rechtstreeks naar de voordeur van de Pastorie lopen. Dat is niet zomaar iets: daar is over nagedacht!

loader