‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van zondag 20 november

Wiel: Zo ons Dorpsoverleg heeft weer een nieuw project onderhanden genomen.
Jan: En wat hebben ze zich deze keer dan weer bedacht?
Wiel: Een losloopgebied voor honden. Ben ik wel voor; kan ik mooi mijn hond uitlaten en hem flink laten ravotten, zonder dat iemand daar last van heeft. Mooi toch?
Lins: Ik zou niet weten waar het moet komen. Gaan ze eerst het dorp mooi opnieuw ‘aanharken ’voor een paar miljoen, doen vervolgens de verlichting van de kerk uit en gaan dan van de kern een honden-uitlaatplaats maken. Gekker kunnen ze het toch wel niet maken.
Wiel: Daar heb je Lins weer. Altijd een mening klaar, zonder zich te informeren. Zo’n losloopgebieden bevinden zich al in diverse gemeentes in het buitengebied, een park of een natuurgebied.
Jo: Maar dan toch wel graag in een afgerasterd gebied. Loop ik dadelijk met de kleinkinderen door het Startebos en worden ze omver gesprongen door een grote bouvier. Leuk is anders.
Jan: Ik heb weinig meer op met honden, of beter gezegd met hun baasjes. Ik ruim regelmatig drollen op die ze achterlaten op het grasveldje bij ons in de straat, waar ook de kleine kinderen spelen. Nee, ik kan daar weinig begrip voor opbrengen.
Wiel: Maar misschien dat zo’n losloopgebied de situatie juist verbeterd. Lijkt me in ieder geval de moeite waard.
Jo: Ik hoop het je hopen. Anders maar verplichte opvoedcursussen voor die hondenbezitters en hoge boetes als ze die drollen niet zelf opruimen. Ik las trouwens ook dat het dorpsoverleg bijenoases wil gaan creëren. Het gaat blijkbaar bedroevend slecht met de bijenstand in onze omgeving.
Lins: Dan kunnen ze mooi samen optrekken met de bisschop Ik las in de krant, dat die het laatst ook over oases had…
Wiel: Onze Lins heeft weer de klok horen luiden. De bisschop had het over het sterk afnemend geloof, maar hij zag ook kleine lichtpuntjes. Het ontstaan van nieuwe geloofsgemeenschappen als oases in de woestijn.
Jan: Misschien kan de bisschop dan toch wel ons Dorpsoverleg van dienst zijn. Als Wiertz nu eens gaat stimuleren dat die mensen in die woestijnoases allemaal bijen gaan houden.
Wiel: Dan zal het Dorpsoverleg toch eerst massaal bloemetjeszaad richting de woestijn moeten sturen. Anders gaan die bijtjes daar nog sneller dood als hier bij ons.

======================================================

Henk: Het is toch triest als je ziet dat bij de intocht van Sinterklaas in het land honderden politiemannen in de weer zijn om rellen en vechtpartijen te voorkomen.
Piet: Dat krijg je als grote mensen zich met kinderfeestjes gaan bemoeien. Dadelijk wordt de brandstapel met Sint Maarten nog verboden omdat er een relatie wordt gelegd met de barbarijen in de Middeleeuwen. Dat ze toch gauw allemaal naar de … lopen.
Thei: Helemaal gelijk, Piet. Maar ik loop liever naar een optreden van de Méélse Dörskes. Die meiden treden overal op: laatst drieavonden bij de slotconcerten van Rowwen Hèze; vier uitvoeringen bij de Mèèlse Revue en dadelijk weer allerlei Carnavalsoptredens.
Henk: Mooi toch voor die meiden.
Chris: En de mensen die er naar gaan kijken. Maar geef mij maar het ‘Sjééle Waazel Gala’. Ik heb de kaartjes alweer op zak.
Thei; Ik heb voldoende aan de portie ‘sjééle waazel’ die die mèn van ‘Nao de Hòmmis’, elke week over ons uitstrooien.

======================================================

Wim: De ene schutterij – Willibrord – heeft net hun patroonsfeest gehad en dan zit dat van die andere – Sint Nicolaas – er alweer aan te komen.
Toon: In dat rijtje past dan ook Sint Ceacilia op 22 november; de patroonheilige van onze koren.
Piet: Als jager heb ik veel meer met Sint Hubertus op 3 november. Ook de Méélse jagersvereniging viert dat feest nog steeds. Het mankeert die avond aan niks, dat kan ik jullie wel vertellen. Al moet ik toegeven dat zo’n feest weinig meer met die heilige te maken heeft.
Cor: Als oud mijnwerker denk ik rond deze tijd van het jaar altijd terug aan het Barbarafeest; ‘Berbke’ zoals ze in het Zuiden zeiden, was de patroonheilige van de mijnwerkers. Helaas is ze nu – 50 jaar nadat de mijnen dicht gingen – helemaal uit het zicht verdwenen.

loader