‘Vanuit de zijbeuk’

‘Nestor’ het maandblad van de KBO plaatst op de omslag van elk nummer het zogenaamde lezersverhaal. In het onlangs verschenen juli nummer was dit verhaal een vakantiebelevenis uit 1986 van onze dorpsgenoot Pierre Verheijen. Past mooi bij deze zomertijd. Ik maak deze week dan ook graag plaats voor Pierre.
Mat

La vieille (het oudje)


In de zomer van 1986 gaan we met twee gezinnen op vakantie naar Zuid-Frankrijk; mijn vrouw en ik met onze kinderen en oom Fred en tante Tiny met hun kinderen. De reis gaat in twee etappes naar Alzonne, aan de voet van de Pyreneeën.
We hebben ons vakantiehuis gehuurd via Gîtes Rurales. Het is een pas verbouwd boerderijtje. Het huis van onze buren is echter een onbewoonbare, vervallen ruïne. Toch zien we rond het middaguur ‘une madame’ met een pannetje de ruïne binnengaan. Zou er dan toch iemand wonen?
’s Middags gaan we samen de omgeving verkennen. Alzonne blijkt een gehucht van dertig huizen, waarvan de helft niet meer bewoond is. Na een uurtje wandelen, naderen we ons vakantieadres van de achterkant. Het krot van de buren heeft een heel groot raam, dat gesloten is met houten, verveloze vensterluiken. Oom Fred kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en opent voorzichtig de vensterluiken. Wij schrikken ons allemaal een hoedje. In de kamer zit een stokoude mevrouw. In haar vriendelijk lachende mond prijkt nog maar één tand. Op de vensterbank branden enkele kaarsjes. ‘Bonjour monsieur’, zegt ze. ‘Sorry madame’, stamelt oom Fred beduusd. Behoorlijk geschrokken wandelen we verder, vriendelijk nagezwaaid door het oudje. Wij zwaaien terug.
Later die week krijgen we te horen, dat de oude mevrouw ‘la vieille’ wordt genoemd. Ze wil hier voor altijd blijven wonen. De bewoners van Alzonne respecteren die wens en beloven voor ‘la vieille’ te zorgen tot aan haar dood.
Pierre

loader