‘Vanuit de zijbeuk’

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.

‘Unne contente mens’

Op de Markt in Eersel, onder de oude linde bij de Mariakapel staat hij al zo’n halve eeuw: de contente mens. Een klein rond boertje, pet op, handen op de rug. Symbool van de Kempische volksaard: hard werken voor weinig geld. Niet klagen maar tevreden met het weinige dat men had. Het leven nemen zoals het komt. Maar ook genieten van de goede dingen van dat leven. Kortom een contente mens. Dat beeld van direct na de oorlog in de Kempen zal niet zoveel verschild hebben van het beeld in die jaren hier aan de rand van de Peel. Kleine boerenbedrijfjes, uiterst schrale grond en gebrek aan mest door gebrek aan vee. Men schikte zich makkelijk in zijn schamele lot omdat eigenlijk iedereen in zijn omgeving arm was. En toch was men content.
Heel gek, maar als ik door ons dorp loop, zie ik de types nog wel vaker. Zoals die man met zijn grijze baard. Altijd in diezelfde oude werkjas. Misschien wel overgehouden aan zijn vroegere baas. Altijd bezig in zijn tuin om zijn grote huis, waarin hij zich heel langzaam verplaatst. De tuin lijkt daardoor nog groter en de man kleiner. Hij schijnt alle tijd te hebben. Hij kijkt me altijd aan, maar groet me verder niet. Wel verschijnt er dan een flauwe glimlach op zijn gezicht. Misschien vindt hij mij maar een uitslover: altijd maar onderweg… Ik ken hem nog van vroeger. Op zondag zat hij steevast met zijn twee vrienden aan de tapkast bij Gebbel. Zijn vrienden zijn al lang geleden gestorven. Aanspraak heeft hij nog maar weinig. Hij woont alleen in het grote huis met die eveneens grote tuin. Af en toe zie ik hem op zondag in de kerk. Alleen, staande achterin. Waarschijnlijk op dezelfde tegel waar hij vroeger ook al stond. De tegels naast hem zijn leeg. Zoals gezegd, zijn vrienden zijn al jaren geleden gestorven. Zo af en toe schuifelt hij wat op en neer. Lang stilstaan lukt niet meer zo goed. Maar in een bank gaan zitten: ho maar. Dat heeft hij nooit gedaan en zal hij ook wel nooit gaan doen!. En net als vroeger, voor het einde van de viering de kerk uit. Vroeger ging hij dan met zijn vrienden nao de Hommis, druk lachend en pratend richting Gebbel. Nu schuifelt hij naar huis. Naar het huis met die grote tuin waarin hij dagelijks te vinden is. Er is veel veranderd om hem heen, hij leeft echter nog steeds zijn eenvoudig leven zoals hij dat altijd gewend was. En toch straalt hij voor mij altijd iets uit van die contente mens. Die contente mens onder de oude linde bij de Mariakapel op de Markt in Eersel …

Huub.

loader