week 21-2025: (door Mat)
‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Toevallige ontmoetingen
Velen van ons kennen het verschijnsel wel: de toevallige ontmoeting. In de wachtruimte van het ziekenhuis plaatsnemen op een vrije stoel en dan blijkt degene, die naast je zit iemand te zijn waar je 60 jaar geleden ook naast zat op de middelbare school. Of je bestelt op een terras in een ver buitenland een drankje en dan zit twee tafeltjes verder een buurman van twee huizen verderop in de straat. Op zo’n terras kun je soms ook in een fijn gesprek belanden met volstrekt onbekenden. Het gebeurde Jacqueline en mij onlangs weer eens. We onderbraken onze fietstocht voor een kop koffie op een zonnig terras. We hadden geluk. Er was nog net een tafeltje vrij. We hadden onze bestelling geplaatst, toen een vriendelijke man vroeg of hij met de vrouw, die in zijn gezelschap was, de twee vrije stoelen aan ons tafeltje mocht innemen. Uiteraard mocht dat. Na wat algemeenheden uitgewisseld te hebben, raakten we vrij snel in een wat dieper gesprek. Zij, 77 jaar, woonde in de buurt en had veel te vroeg haar man verloren. Hij – 2 jaar ouder dan zij – afkomstig uit Ottersum, had in datzelfde jaar als zij, afscheid moeten nemen van zíjn echtgenote. En nu hadden beiden al zo’n 17 jaar een fijne latrelatie. Het ene weekend kwam hij naar Heythuysen en het volgende weekend toog zij naar Ottersum. Het stel genoot – net als wij – in de zomermaanden graag van mooie fietstochten. Maar nu was er vrij plotseling een kink in de kabel gekomen. Door een oogziekte was haar zicht in korte tijd sterk achteruit gegaan. Een tandem bleek de oplossing. Juist in dit weekend waren ze er voor het eerst op hun tandem opuit.
Even later in het gesprek bleek zijn vroegere werk aardig te matchen met het mijne. Hij, voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad van een groot concern in het Nijmeegse en ik, vakbondsbestuurder. Toen ik vertelde, dat de pastoor van Ottersum Bert Paquay – inmiddels met emeritaat – ons ruim 50 jaar geleden als jonge kapelaan in Meijel in de echt verbonden had – bleek dat hij en Paquay al vele jaren goede contacten met elkaar onderhielden.
Onze fietstocht vervolgend waren Jacqueline en ik het er snel over eens, dat zo’n toevallige ontmoeting op een zonnige dag extra glans geeft aan een mooie fietstocht.
Mat