week 31-2025: (door Mat)
‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.
Zomers genieten
De zomer is de periode, waarin het ‘buitenleven’ voor een belangrijk deel het leven van Jacqueline en mij bepaalt. Steevast maken we dan een paar maal per week op onze E-bikes een mooie fietstocht door onze prachtige omgeving. Dat genieten van het ‘buitenleven’ begint overigens ’s morgens al met de krant en de eerste kop koffie aan de terrastafel. Ook de lunch en de avondmaaltijd gebruiken we dan als regel op ons terras .Nee, als de temperatuur maar niet boven de 30° C komt, verveelt het gemiddelde zomerweer nooit. Het terras van ons appartement bevindt zich bovendien aan de straatkant en er komen de hele dag dorpsgenoten langs, die ons – als regel – vriendelijk groeten en uiteraard wij ook hen. En niet zelden wordt er een kort praatje gemaakt.
Rond 18.15 uur – als we op het terras zitten te eten – komt steevast mijn petekind Marco langs, samen met zijn Marinel. Elke avond gaan ze samen op bezoek bij de vader van Marinel, die in ons zorgcentrum verblijft. Rond diezelfde tijd trekt ook de jeugd van de basisschool de aandacht. Ze komen dan lopend, op de fiets of de step bij ons voorbij richting het grasveld aan ‘de Bongerd’. Drie broertjes, die zich ook naar dat grasveld spoeden, wensen ons daarbij steevast smakelijk eten. De allerjongste, die zich naar dat grasveld begeeft is een jongetje van een jaar of vier,vijf, altijd onder begeleiding van zijn oudere zusje. Ook altijd van de partij is het tengere zoontje van de overburen, met een leuk brilletje op zijn neus. We hebben hem ‘gedoopt’ tot ‘het studentje’. We nemen aan, dat er op dat veldje aan ‘de Bongerd’ wat gevoetbald en gestoeid wordt en stevig gebruik gemaakt wordt van de speeltoestellen. Een uurtje later begeven de meesten zich in omgekeerde richting weer naar huis.
Laatst moest ik ’s avonds uit de automaat bij de apotheek nog even wat medicijnen ophalen. Op de terugweg volgde ik de route over de Bongerd. Een groepje KBO-ers speelt daar op die avond op de Jeu-de-Boule banen hun wekelijks spel. Het gaat er vrolijk aan toe en stevige missers worden royaal van commentaar voorzien. Mijn aandacht wordt echter getrokken , door iets dat zich afspeelt op het grasveldje. Midden op dat veldje zie ik een 15-tal kinderen – waaronder die uit onze straat – in een mooie ronde kring in het gras zitten. Geen geschreeuw of gelach, het is heel stil. Heel vaag hoor ik de stem van een van de jongens. Even later gevolgd door een meisjesstem uit de kring.
Eerlijk gezegd moest ik mijn nieuwsgierigheid bedwingen om niet stilletjes naderbij te komen. Ik kon echter niets bedenken, dat me het recht gaf dit vredige tafereel te verstoren. Zouden ze het kringgesprek naspelen, waarmee tegenwoordig de les op school blijkbaar vaker geopend wordt? Ik overwoog even om bij gelegenheid een praatje te maken met het eerdergenoemde studentje en dan te vragen wat ze in die ‘kringbijeenkomst’ doen. Besluit om het toch niet te doen. Zoals volwassenen wel ooit gesprekken voeren, die niet voor kinderoren bestemd zijn, hebben ook kinderen het recht op hun eigen geheimpjes, die niet voor volwassenen bedoeld zijn. Wel wil ik – zonder een stoorzender te zijn – volgende week nog eens langs lopen om te zien of dit ‘kringgebeuren’ een dagelijks ritueel vormt. Ja, ook deze ‘stukjesschrijver’ is en blijft een nieuwsgierig mens !
Mat