‘Vanuit de zijbeuk’

week 49-2025: (door Mat)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. En nu ook (vanaf zaterdag 1 november 2025) door Mw. Ronny Blok. <kennismaking, klik hier>  Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

Niet te geloven !

Ik heb van mijn 20ste tot aan het moment van mijn prepensionering altijd in een klein team gewerkt. Eerst binnen de KAJ in Limburg en vervolgens in diezelfde provincie binnen de vakcentrale NKV, nadien de FNV. Het werken in die organisaties was meer dan een dagtaak. In mijn NKV/FNV jaren ging ik  als regel ’s morgens rond half acht de deur uit en was het ’s avonds vaak pas tussen tien en elf, dat ik me weer bij Jacqueline meldde.Vooral als zo’n team jarenlang ongewijzigd blijft, leer je elkaar van haver tot gort kennen. Je leert elkaars sterke, maar uiteraard ook zwakke kanten heel goed kennen. En daar probeerde je als team in de taakverdeling zo maximaal mogelijk profijt van te hebben. En zoals vaak bij goede collega’s, die jarenlang met elkaar optrekken, blijf je elkaar ook na de pensionering, nog regelmatig zien. Nu als regel aangevuld met de wederzijdse partners. Die band bleef ik na mijn pensionering ook onderhouden met enkele landelijke collega’s, waar ik veel mee van doen had en in de regio met een aantal mensen uit andere kring, waar ik in die jaren mee  samenwerkte. Zo ben ik bijvoorbeeld veel opgetrokken met Frans Vroemen, oud aalmoezenier van Sociale Werken en daarna nog een aantal jaren vicaris in ons bisdom. Nu nog bezoeken Jacqueline en ik Frans (90 jaar)  regelmatig in het Zorgcentrum, waar hij verblijft. Mijn ervaring is, dat intensieve banden opgebouwd in je werkzame leven, gaan voelen als familie. Natuurlijk verandert de gespreksstof, maar de interesse in elkaars wel en wee blijft. Dit laatste wordt met het klimmen der jaren zelfs groter. En dan komen er natuurlijk ook de momenten, dat mensen gaan wegvallen. Op dit punt deden Jacqueline en ik laatst een wel heel trieste ervaring op.
In een en hetzelfde appartementencomplex in de Maastrichtse binnenstad wonen twee oud-collega’s van mij: Wiel (88) en Piet(75). Laatstgenoemde zit al jaren aan de rolstoel gekluisterd, vanwege een ernstige vorm van Parkinson. Wiel gaat steevast elke donderdagmiddag bij Piet op bezoek. Truce – de echtgenote van Piet – is dan enkele uren in de gelegenheid met andere zaken bezig te zijn dan de zorg voor Piet.
En nu moet ik helaas overstappen naar de verleden tijd. Een paar weken geleden – op een zondagmorgen – belde Truce ons met de mededeling dat Wiel die nacht plots aan een hartinfarct is overleden. Op dinsdagmorgen opnieuw een telefoontje van een zwaar aangeslagen Truce.  Nu met de mededeling, dat  – twee dagen na Wiel – haar Piet is ingeslapen! Ik weet, dat ik na mijn herseninfarct van een paar jaar geleden vrij snel emotioneel word. Bij het horen, dat ook Piet was overleden, had ik het gevoel, dat de emotie mijn oren uitkwam. In ieder geval kwamen de tranen volop!
Jacqueline en ik hebben achteraf beiden het gevoel, dat Piet zijn naderende einde voorvoeld heeft. Sinds de Parkinson hem aan de rolstoel kluisterde, was het vaste prik, dat wij hem in Maastricht opzochten. Voorheen was dat ‘om en om’. De ene keer wij naar Maastricht en dat zij weer nar ons. Veertien dagen voor zijn overlijden wilde hij echter plots nog één keer naar Meijel. Natuurlijk merkten wij,dat zijn toestand opnieuw achteruit was gegaan. Zijn ledematen waren helemaal verstijfd en ook het toch al moeizame spreken, was nu helemaal ‘verstomd’. Het enige, dat nog sprak, waren zijn ogen. Eenzelfde twinkeling als we altijd zagen bij onze bezoekjes. En die ogen heeft hij nu voorgoed gesloten.

Mat

0

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

loader