‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 21 januari

Henk: Ik moet zeggen dat bij dat Dorpsoverleg van ons, toch wel kerels met een vooruitziende blik zitten.
Dirk: Volgens mij is de bliksem in je kop geslagen. Ik heb nog nooit een fatsoenlijk woord over die mèn uit jouw mond horen komen. Herinner je nog dat je het had over ‘die knuppelen met hun bruggetjes? En dat waren letterlijk jou woorden vriend die je over die mannen uitstortte. En nu complimentjes gaan strooien. Niet te geloven!
Jeu: Wie weet of Henk heeft met Kerstmis het licht gezien.
Henk: Toe maar. Doe jij er nog maar een schepje bovenop. Maar als iemand een compliment verdient, krijgt hij het van mij. Terzake. Kijk naar die lantaarnpalen – wuivend riet – in het centrumplan. Die jongens hebben toch maar mooi dat stormachtige weertype van de laatste tijd voorzien. Dat noem ik nou zelfsturing van de bovenste plank.
Jeu: Benieuwd hoe je praat als het over een paar weken eens flink glad wordt en je van de straat zo de stoep op wilt fietsen. Dan horen ze in de ziekenwagen geen ‘lachen, gieren, brullen, maar ‘schelden, tieren, brullen’.
Dirk: En toch kan het dan best zijn dat – nu hij zo aardig voor die mannen is geweest –, ze hem dan in het ziekenhuis een bloemetje komen aanbieden. Let op mijn woorden: die Henk en het Dorpsoverleg worden nog eens de dikste vrienden.
Henk: Krijg jij gauw wat, Dirk!
Dirk: Een bloemetje?
================================================

Jo: Wil je in ons dorp kans maken om prins te worden, dan moet je in ieder geval zorgen dat je wat met een bal kunt.
Ger: Waar slaat dat nou weer op Jo; eerlijk gezegd snap ik daar de balle van. Of het zou moeten zijn, omdat die prins aan het volk wordt voorgesteld tijdens het Prinsenbal! Ha, ha.
Lins: Ik denk dat Jo bedoelt dat John – de prins van vorig jaar – actief is bij de volleyclub en die Marcel van dit jaar bij MSV graag tegen de bal trapt.
Wim: Maar daar noem je ook gelijk zo ongeveer de twee grootste verenigingen in het dorp. Trouwens niks mis, met een prins die sportief is aangelegd.
Jo: Kijk nog maar een paar jaar verder terug. Wiljan Oomen actief bij de tennisclub en Rudy Gommans ook weer actief bij de voetbalclub
Ger: Misschien moeten ze dan volgend jaar maar eens rondkijken bij de beugelclub. Daar spelen mannen, die in ieder geval met ballen van gewicht kunnen omgaan. Dat is wat anders als zo’n tennisballetje waar die Wiljan mee speelt.
Lins: Je kunt het ook in ‘het klein, maar fijn zoeken’ en denken aan iemand die een balletje over honderd meter in een keer in het gaatje slaat. En Meijel kent intussen aardig wat golfers, al zullen daar – net als bij de beugelclub – de meesten ook wel de gemiddelde leeftijd gepasseerd zijn.
Wim: Maar het allerkleinste balletje waar in Meijel sinds jaar en dag mee gespeeld wordt is natuurlijk unne Kèjsjeut en zo heet toevallig ook de Carnavalsvereniging voor de kleinste jeugd.
Jo: Jongens ik geef me gewonnen. Als je aan sporten denkt, komt er al gauw een bal aan te pas. Ik zou bijna zeggen : een bal hoort bij sport als een borrel bij een café. Wim doe er ons nog maar eentje.

=================================================
Piet: Ondanks dat ze erg uitgedund raken kunnen onze kerkkoren toch nog bijna elk jaar leden huldigen vanwege een lange staat van dienst.
Giel: Ik denk dat er met die trouw van de koorleden niks mis is. Probleem is natuurlijk dat er geen enkele aanwas is van onderop. Dat is bij profane koren al erg lastig, maar bij kerkkoren helemaal.
Cor: Dat laat onverlet dat dit jaar Liesbeth Rooyakkers, Mien van Bree en Geert van Rijt terecht in het zonnetje zijn gezet. Die Geert heeft zelfs al 60 koorjaren op de teller staan. Ik zou zeggen proficiat.
Jan: Dan ook een dikke proficiat voor keplaon. Ik hoorde dat die dit jaar in Beringe de kerk bomvol had zitten toen toen hij daar er de Carnavalsmis opdroeg. En op de Grashoek en dadelijk ook weer in Meijel zal het niet anders zijn. Dat is toch ook een prestatie van formaat om in 2018 een kerk vol te krijgen!
Giel: Ik zou het wel weten als ik straks in mei de nieuwe bisschop zou worden. Ik zou alle priesters van het bisdom in de zomermaanden tot een spoedcursus ‘Carnavalsmis’ verplichtten. Met onze Roger natuurlijk als cursusleider. Dat zou wel eens de lang gehoopte ommekeer in het dalende kerkbezoek in heel West-Europa kunnen betekenen!
Piet: Dan laten we het niet bij een proficiat, maar laten we de glazen nog eens vol maken en drinken op de gezondheid van Liesbeth; Mien; Geert en kaplaon.

 

 

loader