Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.
Nao de Hòmmis van 6 mei
Jan: Jongens, ik heb vanmorgen haast. Laat ons dus snel een pot kaarten. Ons Nel wil bij dit prachtige weer vanmiddag fietsen en dan moet ik op tijd thuis zijn voor de soep, anders komt er gedonder van.
Ger: Dat had ik ook wel gewild, maar we hebben al lang geleden afgesproken dat een zus van Bertha en haar man die in Boxmeer wonen vanmiddag op bezoek komen. Kun je moeilijk op het laatste moment gaan afzeggen. Dan zou bij ons – om de woorden van Jan te spreken – écht gedonder en bliksem geven.
Lei: Maar er komen toch zeker nog wel meer mooie dagen. Anders is de zomer wel van erg korte duur, of niet soms.
Bert: Maar je kent Ger toch ook wel. Die wil het liefst geen dag missen van de goede dingen van het leven.
Ger: Mag het jongens. We hebben de meeste boterhammen intussen wel op. Elke dag is er eentje, of niet soms. Wim, doe er ons maar eentje op deze mooie zomerse zondag!
===============================================
Wiel: Het heeft er alles van weg dat ze het morgen met de bedevaart naar Ommel beter treffen als verleden jaar. Toen de hele dag druilerig weer en nu zal de zon waarschijnlijk hoog aan de hemel staan. Prachtig fietsweer. Zou misschien wel iets zijn voor een Openluchtmis in het parkje.
Jo: De een is gediend met puik weer en de ander is meer gebaat met wat minder. Ik denk dat het voor de organisatoren van de Missie Fancy Fair wel een onsje minder zou mogen zijn. Veel mensen gaan met zo’n zomers weer toch liever fietsen, wandelen en een terrasje pikken als d’n Binger opzoeken.
Giel: Och dat weet ik zo net nog niet. De Fancy Fair trekt toch veel vaste klanten en ook de kinderen willen graag naar zoiets toe. Bovendien is een bezoekje aan die Fancy Fair best te combineren met een terrasje. Mien en ik zullen in ieder geval van de partij zijn. We steunen op deze manier al heel wat jaartjes de Meijelse ontwikkelingsprojecten.
Wiel: Ben ik wel met je eens Giel, al denk ik wel dat die organisatie ook eens een keertje een vernieuwingsslag zou moeten maken.
Lins: Dat is altijd een moeilijk te beantwoorden vraag. Zo’n Fancy Fair heeft ook iets nostalgisch en dat trekt ook mensen aan.
Jo: Ik kan je volgen Lins. Waar ik wel graag enige vernieuwing zag, is in het programma van de Dodenherdenking. Dat programma is nu toch echt al jarenlang hetzelfde.
Wiel: Natuurlijk zou je kunnen proberen om veranderingen aan te brengen. Maar de ingrediënten blijven natuurlijk hetzelfde en ook de plek van samenkomst bij het monument, ligt natuurlijk vast.
Jo: Ik noem maar iets wat de hele aanblik sterk zou veranderen. Stel dat onze beide schutterijen samen een erewacht zouden vormen bij het monument. Zou het geheel toch een stuk meer cachet geven.
Giel: Zeker, maar het moet toch op de eerste plats om herdenken gaan en niet om het uiterlijk vertoon. Al moet ik zeggen dat ik van jou suggestie zeker geen tegenstander ben.