‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 10 september

Bert: Het is natuurlijk niet netjes, maar ik heb kermiszondag stiekem wel gelachen met dat verhaal van die twee mèn van ‘Nao de Hòmmis’.
Jan: Valt me wel tegen van jou Bert. Plezier beleven aan het leed van een ander.
Bert: Zoiets moest vroeg of laat eens misgaan. Ze trekken hier bijna elke zondag als laatste de deur achter zich dicht. En ik ken toevallig de vrouw van een van die twee tamelijk goed. Het valt me nog mee dat hij er af komt met één kermiszondag niet naar het café.
Lins: Hebben jullie die opmerking van Jan van Rijt bij dat verhaal ook gelezen? Jan pleit ervoor om die rubriek voortaan helemaal in ’t Mééls te schrijven. Ik ben het wel met Jan eens.
Jan: Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Er zijn er niet zo gek veel die redelijk in ’t Mééls kunnen schrijven. Zouden ze misschien iemand moeten inhuren die dat voor hun doet.
Bert: Lijkt me erg moeilijk te regelen, want het is natuurlijk altijd een haastklus, die je ook nog een keer niet even tussen de soep en aardappelen afwerkt.
Jan: Weet je wat ons Bertha en ik doen? We lezen die Nederlandse tekst gewoon in ’t Mééls en dat gaat ook prima.
Lins: Daar zeg je al zowat. Dat ga ik straks thuis ook voorstellen. Maar nu eerst een borrel en dan een slag kaarten.

================================================
Niek: Hallo Peel en Maas laat ons weten dat trouwerij weer iets in de lift zit.
Thei: Dat zal dan toch alleen gelden voor het trouwen voor de wet. De lift voor het trouwen voor de kerk is volgens mij al jaren kapot. Het is een grote zeldzaamheid als je nog eens een bruistoet de kerk ziet in- of uitkomen.
Piet: Ons Riek vindt dat allemaal heel erg. Die wist het altijd wel zo te regelen dat ze altijd als er weer een stelletje ging trouwen op dat moment langs de kerk kwam. Riek houdt van dat soort sprookjes.
Niek: Helaas komt er aan steeds meer van die sprookjes een vroegtijdig einde.
Jo: Je bedoelt dat de mensen weer uit elkaar gaan? Maar dan moet je naast dat weekblaadje van jou ook eens de krant lezen, beste vriend. Die meldde deze week dat Peel en Maas het laagste scheidingspercentage van Limburg kent. Bij ons strand 1 op de 15 huwelijken en in Heerlen bijvoorbeeld 1 op de 7. Dat is meer dan het dubbele.
Thei: Ik denk dat het ook komt dat we hier tussen de Peel en de Maas een vrij nuchter volkje zijn. We raken niet zo gauw van slag.
Piet: En als we iets aan te merken hebben op elkaar – ook in ons huwelijk – zeggen we dat zonder veel omwegen tegen elkaar en dat is het dan. We stoppen niks weg maar blijven ook niet steeds op zaken terugkomen. Als je zo met elkaar omgaat voorkom je ook nog dat je om de haverklap bij een relatietherapeut zit.
Jo: Iemand die hier vreemd is zou gaan denken dat hier aan de rand van de Peel het geluk voor het oprapen ligt, maar zo is het ook weer niet. Je moet er wel wat voor doen, of niet jongens!

================================================
Lei: Met Meijel kermis nog prachtig weer en nu lijkt het al herfst.
Wiel: Niet zo somber Lei. Zelfs oktober kan nog best mooie dagen opleveren, al kunnen we wel zeggen dat de zomer voorbij is.
Bert: De loonwerkers halen de maïskneuzers en bietenrooiers alweer uit het vet. Binnenkort ronken die machines weer dag en nacht over de velden. De maïs heeft zicht, ondanks de warmte en droogte in juni, trouwens prima hersteld.
Wim: Prima voor die veeboeren. De fruittelers hebben meer pech. Op bepaalde percelen is het droevig gesteld. Met name de peren hebben veel geleden door de vorst. Je ziet velden waar alleen bovenin een handvol peren in de bomen hangen.
Lei: Ook de consument zal aan de prijs gaan merken dat de peren schaars zijn.
Wiel: Maar de voorspelde wespen- en muggenplaag is ons toch maar lekker bespaard gebleven. Zelden op de terrassen zo weinig last gehad van de wespen en Mien en ik hebben er toch aardig wat uren doorgebracht.
Bert: Op dat punt mogen jullie best ervaringsdeskundigen genoemd worden.

===================================================
Giel: Jongens, zullen we onze kaartclub aanmelden voor de dienstenveiling van de Kieveloeët?
Cor: Waar heb je het nu weer over. Jij lijkt wel het orakel van Meijel!
Giel: Helemaal niet. Moet je luisteren. Wij horen toch echt wel bij de beste rikkers van Meijel, of niet soms. Als mensen onze dienst kopen mogen ze 10 zondagen bij ons aanschuiven en leren we hun gratis en voor niks de mooie kneepjes van dit vak. Natuurlijk mogen ze ons op vrijwillige basis wel regelmatig een borrel aanbieden.
Piet: En mooi voor die jongens van ‘Nao de Hòmmis’, die hebben dan ook weer eens wat zinnigs te melden.
Giel: Dat ligt er nog maar aan wie het hoogste bod uitbrengt op onze dienst. Verbeeld je nou dat zo’n Peter Daniëls of die vroegere voorzitter van de Kieveloeët – Wiel Janssen – bij ons komt aanschuiven.
Cor: Je hebt gelijk Giel. Dat wordt alleen maar ouwe hoeren zoals we dat in Méél zeggen. Dan komt van kaarten niks in. Die zijn trouwens allebei in staat om nog voordat we begonnen zijn, te zeggen dat we de rollen maar moeten omdraaien. Zij zullen ons wel even leren hoe het moet.
Piet: Ouwe hoeren zullen ze zeker bedoelen, maar niet rikken. Hoewel sterke verhalen horen en eens flink lachen ook heel amusant kunnen zijn op een zondagmorgen.
Giel: Eerst maar eens afwachten wie voor onze rikcursus de meeste euro’tjes op tafel legt en dan zien we wel verder.

loader