‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van zondag 8 oktober

Wim: De dagen zijn nu toch echt weer aan het korten. Valt vooral bij donker weer op: ’s morgens laat licht, ’s avonds vroeg donker. En ook dit jaar zijn er alweer enkele weerrecords gebroken. Wie weet wat oktober nog in petto heeft.
Bert: Als jij wat jonger was Wim, zou je zo kunnen uitgroeien tot de Thijs Zeelen van Méél. Dat de dagen beginnen te korten heeft ons Bertha ook gemerkt. Bij ons staat zomer en winter om zeven uur het ontbijt op tafel. Toen ze daarmee maandagmorgen bezig was vertrouwde ze het niet Het was buiten nog behoorlijk donker, vanwege het regenachtige weer. Maar toch. Ze kwam naar boven, omdat ze door de slaapkamerraam op de kerkklok kan kijken. Dat stelde haar toch wel gerust. Ook die gaf zeven uur aan.
Ger: Stelde die klok haar gerust? Vvolgens mij een toevalstreffer als die de juiste tijd aangeeft. Die geeft bijna met de regelmaat van een klok juist de verkeerde tijd aan. Maar jij wordt door die Bertha van jou trouwens aardig verwend. ’s Morgens het boterhammetje gesmeerd, het kopje koffie klaar en het krantje onder handbereik. Zo zou ik de dag ook wel willen beginnen.
Wim: Kun je niet regelen Bert, dat ze het ontbijt iedere morgen naar boven brengt?
Bert: Ik zal jullie wat anders vertellen jongens. Op zondagmorgen zijn de rollen omgekeerd. Dan maak ik een ontbijtje voor Bertha klaar met alle erop en eraan. Glaasje sap, gekookt eitje en een croissantje. En van dat zondags super ontbijtje mag Bertha dan heerlijk in haar eigen bedje genieten. Hadden jullie niet verwacht van deze oude bok, hè?
Ger: Zo houdt die oude bok de blaadjes groen en fris, om er naderhand van te snoepen…

====================================================

Wiel: Ik zag in ’t Krèntje dat de Méélse jeugd weer een avond bezig is geweest met de toekomst van ons dorp.
Thei: Ik vindt dat wel wat hebben. Laat jong en oud maar met ideeën voor de dag komen, waar het heen moet met dit dorp..
Jan: Die jongeren weet zoiets ook nog eens in een eigentijds jasje te steken. Alleen al die naam: Talk of the Town.
Wiel: Als er binnenkort over de renovatie van de kerk gepraat moet worden zal Frits Berben ons wel uitnodigen voor de Talk in the Cathedral.
Dirk: Ik denk dat ze daar ook wel wat ideetjes voor kunnen gebruiken, om zoiets rond te breien. Het is en blijft een gebouw dat enorm veel onderhoud en daarmee geld vraagt.
Jan: Zo’n gebouw zou je eigenlijk ook geschikt moeten kunnen maken voor allerlei andere zaken. Maar dat vraagt natuurlijk om allerlei dure aanpassingen. En die dikke pilaren blijven natuurlijk voor altijd een ‘sta in de weg’.
Wiel: Een ding weet ik zeker. Als er zo’n avond over de toekomst van onze kerk komt, zullen ons Mien en ik van de partij zijn.

===================================================

Niek: Ik zag je vorige week met dochter en kleinkind d’n Binger binnen wandelen toen daar de kledingbeurs bezig was.
Piet. Klopt. Joyce vindt dat wel handig. Opa let op de kleine meid en zij kan op haar gemak rondsnuffelen. Ik vindt zo’n kledingbeurs een prima idee. Kinderen groeien heel snel uit hun kleding en die kan nog heel vaak prima door een ander kind gedragen worden. Voor een klein prijsje zijn er hele mooie spullen te krijgen.
Niek: Hetzelfde geldt voor de speelgoedbeurs. Ik ben daar elk jaar van de partij met mijn beide kleinzoons. En zo mogen dan beide iets van hun eigen keuze uitzoeken.
Wim: Natuurlijk is dat een goede zaak, al kun je best vraagtekens plaatsen bij de bergen speelgoed die kinderen tegenwoordig hebben.

===================================================

Piet: Zo, de strijd om de windmolens in Peel en Maas is gestreden. De plannen die vanuit Egchel zijn ingediend, hebben de voorkeur gekregen van de gemeenteraad.
Co: En jij denkt dat daarmee de strijd gestreden is? Ik denk dat er nog een berg bezwaarschriften worden ingediend. De wind kan nog uit heel andere hoeken gaan waaien.
Wim: Ik vindt zo’n windmolenpark best een aardig gezicht, terwijl anderen moord en brand schreeuwen vanwege de horizonvervuiling. Dan vervuilden die torens van de oude Plem-centrale in Buggenum wel anders! Daar kwam een ongelooflijke, stinkende smurrie uit die pijpen, die tot in de verre omgeving te ruiken was/.
Piet: Het is allemaal zo dubbel. Ondertussen vindt iedereen wel dat het met ons milieu de verkeerde kant uitgaat en we willen met z’n allen ook af van al die kerncentrales. Maar als er oplossingen worden aangedragen, heeft iedereen wat te mekkeren!

 

loader