‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 27 december 

Bert: Zo, het is dit jaar weer eens drie voor de prijs van twee.
Jo: Welke kwis gaat er nou weer beginnen?
Bert: Zo moeilijk is dat toch niet. Doordat Kerstmis dit jaar op de vrijdag viel, kunnen we op deze zondag de 3e kerstdag vieren.
Niek: Hou op, ik vind twee ‘zondagen’ achter elkaar al teveel. Geef mij maar het leven van alledag, waarop ik kan doen en laten wat ik wil. Een 3e kerstdag betekent voor mij drie dagen achter elkaar in de zondagse ‘boks’ op de bank zitten.
Cor: Maar je kunt Tiny toch zeker ook wel een handje helpen in de keuken. Vele handjes, maken licht werk.
Niek: Dan ken je  die van mij toch nog niet. Door de week mag ik nog wel eens een pan spek bakken maar met zo’n dagen is de keuken verboden terrein.
Bert: En ik sta er dan juist in. Ik verzorg al jaren het kerstdiner voor Bertha, kinderen en kleinkinderen. Al moet ik zeggen dat de laatste jaren mijn schoondochter geweldig mee aanpakt. En met een glaasje erbij is het dan best gezellig in de keuken. Voor de kleinkinderen is het belangrijkste moment aangebroken als opa de toetjes op tafel brengt. Het licht gaat dan uit en we brengen ze binnen met allemaal van die sterrenflikkers er op. Het is dan een groot ah en oh wat uit die keeltjes komt. En daar doet deze opa Bert het voor.
Jo: Wij waren dit jaar uitgenodigd bij de schoondochter. Haar ouders uit Eersel waren er ook en we hebben samen genoten. ’s Middags nog naar ‘Alzelééve’ geweest in de kerk en dat is elke keer weer een pracht om te zien hoe kinderen opgaan in het spel met die groep.
Cor: Ik was met die kleine van ons Esther kerstavond naar de kleuterviering geweest. Ook dat was weer heel erg mooi.
Bert: Jongens, maar we zullen het er toch zeker over eens dat de parochie zich met Kerstmis echt van de goeie kant laat zien. Er wordt dan geweldig uitgepakt en voor ieder wat wils. En de weg er naar toe kan niemand meer kwijtraken nu de kerk zo prachtig is uitgelicht!

Wiel: Zie ik jullie 30 december nog bij het afscheid van Toon en Andrea bij de Zwaan?
Ger: Daar heb ik nog niet over nagedacht, maar nu je het zegt. Het zou zomaar kunnen. Is toch een stuk Meijelse historie wat daar ligt, al zal die Rudy van de Nostalgie de zaak aardig op de schop moeten nemen om daar weer een eigentijdse zaak van te maken.
Jan: Er zal inderdaad aardig wat aan opgeknapt moeten worden, wil hij daar weer een aantal jaren in vooruit kunnen, maar dat zal zeker gaan lukken. Dat ‘menneke’ heeft volgens mij aardig wat in z’n mars.
Wiel: Ik ben trouwens benieuwd of al die verenigingen er ook blijven zitten. Zo’n Harmonie bijvoorbeeld brengt best wat extra’s in het laatje. En de Missiefancyfair – toch ook een stukje Meijelse historie – heeft in die zaal al jaren haar thuisbasis.
Jan: Nog even terug komen op dat afscheid van Toon en Andrea. Ik ga er zeker ook even naar toe; het zou er best wel eens druk kunnen worden.

Thei: Zouden die pensioenen van mensen in het onderwijs nou werkelijk zo slecht zijn.
Piet: Volgens mij horen ze juist bij de betere!
Thei: Ik heb zo mijn twijfels. Koen Verstappen moet regelmatig optreden met zijn groep ‘Alzelééve,  Joep Rooyakkers is kunstenaar, Frans van Fritske schrijft al jaren  de Carnavalskrant vol en nou lees ik in ‘t ; kréntje’ dat die Pierre van Hannes Verheijen intussen zijn vierde boek heeft geschreven. Volgens mij klussen die toch allemaal aardig bij.
Toon: Volgens mij allemaal liefdewerk oud papier en aan af en toe een beeldje verkopen kun je het zout in de pap nog niet verdienen en bij een boek schrijven, waarvan je er een paar honderd verkoopt, moet geld bij als je het mij vraagt.

Wim: Volgens mij denken ze bij die Rabobank nog altijd dat ze met een stelletje domme boeren te maken hebben.
Jan: Voel je je beledigt, jong; waar wringt de schoen, Wim?
Wim: Zal ik je zeggen. Lees ik in de krant dat ze alles gaan doen om de klant de komende jaren perfect te bedienen en nog beter resultaten te behalen. Maar ze hebben intussen wel een groot aantal plaatselijke banken gesloten, ik moet bijna rente betálen op mijn spaargeld en ze knikkeren er ook nog eens 9.000 man personeel uit.  Volgens mij zijn ze daar op dat hoofdkantoor van de pot getrokken.
Lei: Volgens mij zie je dat toch een beetje verkeerd Wim. Moet je een kijken wat hun dat oplevert als ze met 9.000 man minder hetzelfde werk blijven doen.  Is ook wel nodig misschien, want die villa’s, vakantiehuizen en boten van die topjongens kosten ook handenvol geld. Nee, volgens mij zijn dat daarboven best slim lui.
Jan: Maak Wim nou niet helemáál gek, Lei. Leon, doe ons hier nog maar een borrel, zodat we het jaar een beetje ordentelijk kunnen afsluiten.

 

loader