‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 21 augustus

Giel: Zo, nog een paar weekjes en dan is ons dorp weer in normale doen. Vakanties voorbij, de kleinkinderen weer naar school en dan komt opa weer aan zijn verdiende rust toe.
Chris: In normale doen? Dan zullen de kermisdagen toch ook nog eerst eens voorbij moeten zijn. Overigens met een nogal royaal uitgevallen volkstuin vraag ik me af wat normaal is. Ik zit zo ongeveer dagelijks in de grond te wroeten. Ik weet onderhand al niet meer waar ik met de bonen en tomaten naar toe moet. Het groeit allemaal als hop.
Wim: Nou breng je me op een idee. Kun je dan in een gedeelte van die tuin niet écht hop gaan verbouwen. De brouwerijen schijnen veel geld te betalen voor goeie kwaliteit hop. Ik zou eens met de directie van Lindeboom bellen. Wat willen ze nog meer als “Bier van hier, gebrouwen met hop van hier!”
Jan: Ik lus met deze dagen wel een biertje, want ik jakker me wat af. Onze drie kinderen zijn alle drie tegelijk met hun gezinnetjes op vakantie en opa en oma overal de tuintjes en de brievenbussen bijhouden. En ons Bertha wil dat zoveel mogelijk op de fiets doen: naar Janneke in Liessel, Lucie in Maasbree en onze Marius in Swalmen. De buurman vroeg al of we in training zijn voor deelname aan de Tour de France van volgend jaar.
Giel: Ik heb trouwens de indruk dat het in de vakantie aardig druk is geweest in ons dorp, ik heb tenminste behoorlijk wat vreemd volk gezien.
Wim: Verleden week werd ik aangesproken door een mevrouw op leeftijd die samen met een vriendin een weekje in het vakantiehuisje van haar dochter in Roggel verbleef. Ze waren met de fiets in Meijel en nu wilde ze graag weten of het café van Pauwke Pluijm nog bestond. Ze had er vroeger nog een paar jaar als dienstmeid gewerkt.
Chris: Dan moet ze inderdaad aardig op leeftijd zijn geweest. Nog iets voor die vrouw kunnen doen.
Wim: Nou, ik ben inderdaad met haar naar het pand gewandeld om haar te laten zien hoe het pand momenteel helemaal in stijl gerenoveerd wordt. Ze vond het geweldig.

Wiel: Het is weer verboden om in de Maas en het kanaal te zwemmen. Volgens mij zitten die pretparken daar achter. Trekken ze extra volk.
Piet: Volgens mij maakt dat niet veel uit. Er wordt nog maar weinig gezwommen in dat soort open water en het is bijna elk jaar raak met die blauwalg. Daar komt bij Evertje nog eens bij dat daar een sterke stroming staat en bovendien leveren daar de restanten van die bunker extra gevaar op.
Niek: Die kazemat en de stenen er omheen waren daar vroeger juist de grote attractie. De kazemat was onze springplank om het water in te duiken. Met mooie dagen was half Meijel daar te vinden.
Wiel: Nu zie je bij de zwembaden overal tentjes met snoep, drank en weet ik veel. Vroeger kregen we van ons mam een flesje water met een heel klein scheutje ranjea mee en dat was het dan. In het weekend kwam er wel eens de ijskar langs. Als je dan een dubbeltje had meegekregen was je op zo’n moment de koning te rijk.

Jo: Boeren bedenken tegenwoordig de gekste dingen om hun inkomen wat groter te maken. Bij de een is dat de zorgboerderij, bij de ander een natuurcamping en bij weer een ander kun je tussen de koeienflatsen boerengolf spelen.
Coen: Dat laatste is alweer behoorlijk op zijn retour. Het loeren bij de boeren is nu in. Er zijn zelfs boeren die een skybox in hun stal gebouwd hebben, van waaruit je de varkens kunt bewonderen. En bij weer een ander kun je de volledig gerobotiseerde melkstal bewonderen met na afloop een drankje en een hapje.
Ger: Met keuze uit vroeger en nu zeker: een milkshake of ‘brokkepap’.
Jan: Bij een boer in Beringe kunnen kinderen zelfs varkens komen knuffelen. Je weet niet hoe ze het verzinnen.
Ger: Wat ik wel goed vindt is dat kinderen eens op een boerderij kunnen rondkijken. Dat ze weten waar de melk vandaan komt en dat aardappelen niet aan een boom hangen, maar onder de grond groeien.

loader