‘Sóndese koost’

Sóndese koost van zondag 28 januari 2024

Ook in ons dorp krijgt de zondagmorgen al geruime tijd een heel andere invulling dan vroeger. Stonden de vrouwen destijds de hele morgen aan het fornuis om – als manlief uit de Hòmmis/café kwam – ‘Sóndese koost’ op tafel te brengen, hoe anders is dat tegenwoordig. De vrouwen gaan nu op de zondagmorgen met vriendinnen lekker wandelen, al mogen – bij uitzondering – ook wel eens de mannen mee. En als regel wordt die wandeling afgesloten met een lekkere kop koffie of een drankje in een van de Méélse horecagelegenheden. Over alle zin en onzin die ter sprake komtleest u wekelijks in onze rubriek ‘Sóndese koost’.

Nieuwe Nerds

Monique: Nou Linda, ik moet je zeggen, toen je voorstelde om een wandeling in Den Bosch te gaan maken dacht ik ‘wat is daar nou aan, zo’n stadwandeling’, maar hier liggen wel mooie wandelroutes.

Linda: Verandering van spijs doet eten. Telkens maar weer hetzelfde rondje om de kerk, word je op den duur wel eens een beetje beu, niet?

Monique: Nou, er zijn anders veel mensen die er niet van houden om af te wijken van het gewone. Vooral zelf als persoon niet.

Linda: Hoe bedoel je?

Monique: Ik bedoel dat ze vasthouden aan vaste dagritmes, maar vooral ook dat ze graag inblenden. Niet opvallen in de massa. Gewoon zijn.

Linda: Ja hé, maar wat is tegenwoordig nog gewoon? Sterker nog, dat verandert toch de hele tijd.

Monique: Klopt. Het is inderdaad bijna een kunst om niet op de vallen, hoewel sommigen er juist een een sport van maken om er als een kunstwerk uit te zien.

Linda: Ja, maar willen zij aandacht voor hun blauwe haar, of afleiding van die 5 kg die er in hun beleving teveel aanzit?

Monique: Maar je vroeg wat tegenwoordig gewoon is? Als ik zo de jeugd naar school zie fietsen, val je niet op als je als meisje een zwarte Cortina fiets hebt, een wijde spijkerbroek tot hoog in de taille, een zwart leren jasje en een tasje met zo’n ketting, oh ja en lang blond haar.

Linda: Als ze op stap gaan of naar school?

Monique: Naar school. Ik denk dat vooral het schoolplein de keurmarkt is van alles wat gewoon en buitengewoon is.

Linda: Getverdemme.

Monique: En het is dus opletten geblazen, want voor je het weet is ‘gewoon’ weer met een of andere modegrill mee veranderd en moet je je weer aanpassen. Hopla, de winkel in.

Linda: Dus de jeugd met een kleine portemonnee is per definitie genoodzaakt ‘anders’ te zijn.

Monique: Ja. En dan wordt je dus gepest. Maar ja, Linda, was dat vroeger anders? Als je een beugel droeg, sprak je vervolgens 2 jaar niet en hongerde je jezelf uit, om je mond maar niet te hoeven openen. Had je een bril, en liefst met zo’n pleister in het midden, dan was je een nerd. En als iemand je uit de Wibra had zien lopen, was je al helemaal de pispaal.

Linda: Als ik er al naartoe ging, voor spulletjes die je alleen binnenshuis ging gebruiken, dan ging ik altijd naar een stad als deze, lekker anoniem, om maar geen bekenden tegen te komen. En dan ook nog een eigen tas meenemen. Niet uit duurzaamheidsoverweging, maar je wilde niet gezien worden met een Wibra- of Zeemantas.

Monique: Hé, maar het verandert wel. Soms. Niemand die zich nu nog schaamt voor een aankoop in de Action of de Premark. Je wordt juist als ‘verstandig’ en ‘bewust’ bestempeld. Heb je geen beugel gehad, dan is dat een gemiste ervaring en een bril is tegenwoordig een sieraad. Sommigen dragen er een met vensterglas, gewoon voor de fun.

Linda: Er is inderdaad niet veel verschil tussen toen en nu. Het verschil zit hem er volgens mij gewoon in, dat het leuk is als je er zelf voor kiest om anders te zijn. Maar als je anders bent op niet verkozen manier, dan is het juist negatief. Vergis je niet, de discriminatie is er niet minder op geworden, hoor.

Monique: Daar leg je precies de vinger op de zere plek. Maar ook omgekeerd vind ik het lastig. Je moet tegenwoordig ook erg op je woorden en daden letten, om niet onbedoeld beschuldigd te worden van discriminatie. Wil je indiaan worden met carnaval, een negerzoen eten of een ginger ale drinken, voor je het weet ben je al de mist ingegaan.

Linda: Dat heeft ook met de ontwikkeling van taal te maken. Of vooral de lading die mensen na een bepaalde tijd aan een woord geven. Vroeger mocht je een chinees, chinees noemen en een neger een neger, maar zodra een woord als negatief scheldwoord gebruikt wordt, ligt er de verkeerde lading op. Dan wordt het een gekleurd persoon. Dat gaat een tijdje goed, totdat ook dat in verkeerde context wordt gebruikt. Buitenlander, allochtoon en nu nieuwe Nederlander. Er zijn legio voorbeelden. Uiteindelijk zoeken we wel telkens weer voor een neutraal woord om iets te duiden.

Monique: Daar heb je een punt. En dan maakt het ook nog uit wie het zegt. Iemand van kleur mag zijn broer wel neger noemen of een omroep starten en deze ‘zwart’ noemen, maar een blanke persoon haalt het niet in zijn hoofd om voor ‘wit’ te gaan.

Linda: Weet je, en al die discussies leiden alleen maar tot meer verdeeldheid en in hokjes denken, bah.

Monique: En daarom houd ik zo van vastelaovend. Iedereen is gelijk, er is saamhorigheid, niks is te gek. Hoe gekker hoe beter! Hoewel, dat is dan weer bij ons. Hier in den Bosch ben je juist helemaal de man, als je hetzelfde jasje aan hebt als iedereen, met van die speldjes erop. Uniform ten top. Ik heb er helemaal niks mee, maar ach, als zij het leuk vinden, moeten ze dat doen.

Linda: Kijk, zie je hen daar?

Monique: Die ‘hen’, met die plooirok?

Linda: Niet wijzen, dadelijk ziet hij of zij het nog.

Monique: Hen!

Linda:  Ach jij met je ‘hen’. Ook zoiets. Je hoeft voor mij geen jongen of meisje te zijn. Maar waarom is ‘hen’ de aanspreekvorm? Bij mij heeft dat woord al een andere betekenis. Een kip. Of iets is van hen. Waarom is daar geen nieuw woord voor uitgevonden? Hij, zij en kij of zo. Dat is tenminste nog niks anders. Maar dat bedoelde ik helemaal niet. Ik had het over het groepje studenten, tenminste dat denk ik, wat daar staat.

Monique: Die drie daar, met zonder mobieltje in hun hand?

Linda: Ja, raar hè. Ze praten gewoon tegen elkaar! Het moet niet gekker worden. Hé en dat meisje, zie ik dat nou goed? Staat ze nou te haken, midden op straat?

Monique: Dat vind ik nou cool. Maar het is echt zo. Vroeger werd je als nerd gepest. Nu wil je er een zijn! Nerd zijn is cool. ‘Vaazel haor’, tweedehands vintagekleding, bril én beugel en een bol garen in je Wibratas. Zij hebben de toekomst!

Linda: Mijn vader zou zeggen: ‘als we daar de oorlog mee moeten winnen…’

Monique: Nou, misschien is het daarom wel de toekomst. De generatie die zorgt dat we geen nieuwe oorlog meer starten.

loader