Sóndese koost van zondag 17 juli 2022
Jarenlang brachten we nao de Hòmmis – vanuit ’t café – ’t Méélse wel en wee bij u binnen. Toen ’t café in coronatijd vaak gesloten was, ontdekten we ook andere bezigheden op die zondagmorgen. Lekker wandelen door ’t dorp of fietsen ‘dur de Pieël of langs ’t Deurzes knaal’. En nu de horeca weer open is, maken we graag weer een stop bij ’n café of terras. En de verhalen die we onderweg oppikken, vertellen we graag aan u door in onze nieuwe rubriek ‘Sóndese koost’!
Ááftere
Monique: Hoe gaat het nog met jouw Meijels?
Linda: Goe! Hoezo?
Monique: Nou, je weet dat ik het jammer vind, dat de Meijelse jeugd zo weinig Meijels dialect spreekt. En als ze het wél doen, wordt er in het Nederlands terug gesproken. Gek hè. Terwijl een Roermondenaar en een Venlonaar wel in het eigen dialect met elkaar spreken.
Linda: Ik weet natuurlijk weinig van jullie dialect, maar het valt me inderdaad wel op, dat veel ouders onderling Meijels spreken en tegen hun kinderen niet. Of de ouders spreken wel dialect, net als hún ouders, maar als opa en oma met de kleinkinderen gaan spelen, spreken ze ineens Nederlands. Nou ja, Nederlands?! Een soort van Nederlands.
Monique: Precies. Laat ze dat op school maar leren! Maar wat ik er eigenlijk mee wilde zeggen is dat ik laatst juist wat leuks hoorde. De jeugd van tegenwoordig gaat voor het op stap gaan ‘indrinken’. Ergens in een keet of zo. En ná het stappen gaan ze ‘aaftere’.
Linda: Dat zal vast van het Engelse woord ‘after’ kom
Monique: Ja, maar het is natuurlijk prachtig nieuw Meijels: aaftere. Klinkt als ‘taaftere’, wat zoiets als ‘na de middag’ betekent.
Linda: Ja, als jij het zo uitspreekt, klinkt het inderdaad heel Meijels. Eigenlijk zijn we nu ook aan het ‘aaftere’ van het OLS.
Monique: Die afterparty bestaat denk ik vooral uit slapen, vakantie vieren en Fishermans friend eten voor de stem. Een aantal van die vrijwilligers ‘is héllemòl óppe hónt!’
Linda: Ja, dat snap ik. Wat een werk hebben ze verzet. Maar, hoe is het nog met jouw Fishermen hierachter.
Monique: Nou, “t bölke is paaf -aaf, of paaf-aaftere“.
Peter: Oh, hebben jullie het over mij?
Frank: Ja, Peter. Waarom je zo traag loopt.
Peter: Nou, ik heb nog altijd last van mijn been. Weet je nog die windvlaag op maandag voor Kinjer Ols? Ik ben dus aan die tent gaan hangen en hop, daar ging ik de lucht in.
Frank: Blijvende schade?
Peter: Aan die tent wel. Met mijn ‘tentstokken’ komt het wel weer goed.
Linda: In de kantine van de aardbeienboer hadden ze ook schade. Daar was een verdwaalde kogel door het glas gekomen.
Monique: Poh, eng hè. Je zou er maar gezeten hebben. Over rondvliegende kogels gesproken: is er al een kogel door de kerk, wat betreft de Coop? Komen er nu appartementen of niet en wanneer?
Linda: Ja, hé hallo Jumbo! Jij bent hier van de Meijelse weetjes, ik niet!
Monique: Ik weet het ook niet, ik hoor zoveel verschillende verhalen en trouwens, het is me veel te heet om na te denken.
Frank: Noem jij dit heet? Dinsdag wordt het zo’n 32% heter dan vandaag!
Peter: ‘dan valle de musse kepót van ‘t daak en nie umdè ze d’r af zin gesjoote’.
Frank: Peter, ik versta er niks van.
Linda: Dat het goed heet wordt, Frank.
Frank: Weet je nog, Linda, dat het zo heet was, toen we jaren geleden de 4-daagse van Nijmegen hebben gelopen?! Mensen stonden met waterslangen langs de weg.
Monique: Dat heb ik toen op t.v. gezien inderdaad. Zou het dit jaar wel doorgaan?
Linda: Wel een mooi feest, maar of het verstandig is?
Monique: Wat gaan jullie vandaag doen?
Linda: Ik ga het zwembadje in de tuin zetten en lekker mijn voeten erin steken, met een ijsje in mijn hand.
Monique: Wij gaan eerst naar de Heimat Kapelle bij Oppe Koffie in de tuin en dan ‘taaftere’ ook zoiets.
Linda: Kom gezellig bij ons!
Peter: Goed plan. Frank, heb je een tv buiten staan? Dan kunnen wij kijken naar hoe de wielrenners zich in het zweet werken bij de Tour.
Frank: Ja natuurlijk, ik heb een Phillips typenummer …
Peter: Jaja. Mooi, en het bier koud? Ik ben er!