‘Sóndese koost’

Sóndese koost van zondag 13 november 2022

Jarenlang brachten we nao de Hòmmis – vanuit ’t café – ’t Méélse wel en wee bij u binnen. Toen ’t café in coronatijd vaak gesloten was, ontdekten we ook andere bezigheden op die zondagmorgen. Lekker wandelen door ’t dorp of fietsen ‘dur de Pieël of langs ’t Deurzes knaal’. En nu de horeca weer open is, maken we graag weer een stop bij ’n café of terras. En de verhalen die we onderweg oppikken, vertellen we graag aan u door in onze nieuwe rubriek ‘Sóndese koost’!  

Willemien: Ik vind dat Peel en Maas volgend jaar mee moet doen met de Nederlandse kampioenschappen Tegel wippen.

Marjo: Tegel wippen? Ik weet wel wat ik liever wip als een tegel.

Willemien: Jij drijft er weer de spot mee. Je weet helemaal niet wat het is.

Marjo: Vraag mij eens of ik dat wel wil weten.

Willemien: Maakt mij niets uit, ik vertel het je toch. Daar is echt over nagedacht.

Marjo: Ik kan het mij niet voorstellen.

Willemien: Het doel is dat er minder tegels in de tuinen liggen, zodat het water beter weg kan. Dan wordt er op die plekken meer groen gepoot en komen er meer insecten in de tuinen.

Marjo: Daar is inderdaad over na gedacht. En waar blijven die tegels?

Willemien: Die worden opgehaald door de gemeente met een tegeltaxi.

Marjo: Het moet niet gekker worden. Maar hoe wordt je dan Nederlands kampioen?

Willemien: De gemeente die de meeste (tuin)tegels per duizend inwoners wipt, is de winnaar van de gouden schep.

Marjo: Oh, een serieus kampioenschap zo te horen. Ik denk dat vroeger “ ‘ne Méelse” Nederlands kampioen Tegel wippen is geworden.

Willemien: Wie dan?

Marjo: De vader van Tjeu Verstappen.

Willemien: Je bedoelt Tjeu van Wippe Piër?

Marjo: Ja, zou ik logisch vinden.

Willemien: Om te weten of het klopt wat je zegt, kun je het boek kopen wat de Heemkunde heeft uitgebracht. Dat is een boek met 680 bijnamen.

Marjo: Dat zijn er nog al wat.

Willemien: Denk dat het een interessant boek is. Er is in uit gelegd hoe de bijnaam van een persoon is ontstaan. Ik vind dat mooi al die bijnamen.

Marjo: Tegenwoordig hoor je die niet meer. Hoe komt dat?

Willemien: Vroeger had je in elk gezin bijv wel een Jan of Piet en om dan te weten welke er  bedoeld werd, werd er een bijnaam aan toegevoegd.

Marjo: Nu snap ik het. Tegenwoordig hebben sommige kinderen zo’n moeilijke naam.

Willemien: Ja die ze pas met een jaar of zes uit kunnen spreken.

Marjo: Of een naam waarvan je denkt, waar hebben ze die gevonden. Ja en daar is er dan maar één van in een dorp. Ik ga het boek vragen aan St Nicolaas want ik ben toch wel benieuwd hoe  de naam Den Braower is ontstaan.

Willemien: Daar hoef ik geen boek voor te kopen.

Marjo: We zijn bijna thuis en je hebt mij nog niet vertelt wie de “ nééje” prins van de Kieveloeët is.

Willemien: Dat is Erwin van Pierre van Hannes van Séjkes Pier.

Marjo: Oh ja duidelijk, nu weet ik wie het is. Daar heb ik dus niets aan. Ik kan hier niet van afleiden wie het is. Erwin Daems, van de Beuken, Lansbergen?

Willemien: Erwin Verheijen! De partner van Lisette van Rooy.

Marjo: Die ken ik wel, dat is “ ‘ne goejje” prins. Ik ga het proberen, had Erwin zijn overgroot opa de eerste “zeikton?”

Willemien: Nee, de naam Verheijen kwam vaak in Asten en Someren voor maar zonder speciale betekenis.

Marjo: Nou, ja zeg, jij weet ook alles!!

Willemien: Ik niet, maar Herman Crompvoets die weet daar veel van.

Marjo: Het maakt mij niets uit waar de naam vandaan komt. Erwin kan de kievel laten rollen en daar draait het om.

Alaaf!

loader