Sóndese koost van zondag 22 januari 2023
Jarenlang brachten we nao de Hòmmis – vanuit ’t café – ’t Méélse wel en wee bij u binnen. Toen ’t café in coronatijd vaak gesloten was, ontdekten we ook andere bezigheden op die zondagmorgen. Lekker wandelen door ’t dorp of fietsen ‘dur de Pieël of langs ’t Deurzes knaal’. En nu de horeca weer open is, maken we graag weer een stop bij ’n café of terras. En de verhalen die we onderweg oppikken, vertellen we graag aan u door in onze nieuwe rubriek ‘Sóndese koost’!
Willemien: Gelukkig klopt het spreekwoord nog steeds: na regen komt zonneschijn.
Marjo: Ja, dat heeft zich afgelopen week bewezen. Ik dacht al dat de zon vakantie had.
Willemien: Daar leek het wel op.
Marjo:Tjonge, die regen was ik zo moe.
Willemien: Zeg dat wel, en er is flink wat gevallen. Wat ik dan niet begrijp is, dat we vorige week te veel water hadden en in de zomer te weinig water.
Marjo: Dat snap ik ook niet. Nederland denkt zo slim te zijn op water gebied en ze kunnen het niet regelen dat het water van de winter in de zomer gebruikt kan worden.
Willemien: Dat staat als een paal boven water!
Marjo: Ik weet de oplossing niet, maar ik ga mij er niet in verdiepen, eigenlijk boeit het mij niet.
Willemien: Maar goed ook,“ ieder zinne meu:ch.“
Marjo: Wat betekent dat nu weer?
Willemien: Ieder moet zelf uit maken wat hij leuk vindt. Wat ik leuk vind is, dat de Véngneuze weer een Prinses en Vorstin hebben.
Marjo: Ik vind het wel goed, van mij mogen ze. “Ieder zinne meu:ch” zeg ik dan maar.
Willemien: Weet je wat véngneus betekent?
Marjo: Geen idee? Vang mijn neus?
Willemien: Ha, ha wijsneus. Het betekent: haantje de voorste.
Marjo: Danke, weet ik dat ook weer. Vreemde naam voor jeugdcarnaval. Maar dat zal wel weer aan mij liggen.
Willemien: Ja, daar is wat over te zeggen, ik moest er in het begin ook aan wennen. Maar goed alles went.
Marjo: Inderdaad alles went zelfs een vent, zegt men dan.
Willemien: Zo was ik er aan gewend dat de Peelpunt winkel dichtbij Kapper Trines ligt. En nu hoor ik dat in februari de winkel aan de andere kant van het kruispunt komt te liggen.
Marjo: Waar komt het Peelpunt dan? Toch niet in de kerk?
Willemien: Nee, bij Martin Coolen.
Marjo: Oh, dan hebben we weer een shop in shop.
Willemien: Inderdaad, zo had ik het niet bekeken.
Marjo: Drie in één; Martin met zijn assortiment, Post Nl en ‘t Peelpunt.
Willemien: Ik vind het een goed plan, maar dan moet je als medewerker wel van alle markten thuis zijn.
Marjo: Klopt, je moet verstand hebben van speelgoed, kaarsen, pennen, postzegels, computers….
Willemien: En niet te vergeten; ‘t Törrefslùkske.
Marjo: Als ik maar alles goed kan vinden.
Willemien: Coolen- Pluijm is groot genoeg om alles gescheiden neer te zetten.
Marjo: Anders ga ik een postpakket ophalen, kom ik thuis met een broodrooster en een fles Törrefslùkske.
Willemien: Handig toch, hoef je maar naar één winkel. Dat klopt. Even wat anders, hebben jullie vanmiddag iets te doen?
Marjo: Nog niet. Jullie wel?
Willemien: Hadden jullie geen zin om gisteravond naar de Bonte Avond te gaan?
Marjo: Ja, wij hadden geen zin om er naar toe te gaan. Ik dacht dat jij mij goed genoeg kende dat ik daar niet naar toe ga.
Willemien: Ik twijfelde ook, maar ik dacht; misschien doet ze eens gek.
Marjo: En hoe was het?
Willemien: “ Sjòn,” wij hebben ons goed vermaakt.
Marjo: Gelukkig, “ieder zinne meu:ch” zeg ik dan maar weer!
Willemien: Zo, is dat.
Alaaf!!