‘Vanuit de zijbeuk’

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.

Blijspel, rondom het begin van de Vakantie

Nederlanders scoren hoog, als het om vakantie-uitgaven gaat.|
We geven er met zijn allen een slordige 15 miljard euro aan uit.
Een deel daarvan wordt besteed, in Griekenland.
Dit bedrag zegt alles, over het belang dat wij aan vakantie hechten,
maar ook over… de tredmolens waarin de rest van het jaar wordt gelopen. Of beter gezegd, gerend.
Bijvoorbeeld, om werk te behouden. Werk dat continu aan een zijden draadje lijkt te hangen, terwijl de managers er steeds meer gewicht aan hangen. Gewicht, ook in de vorm van bijscholingscursussen, persoonlijke ontwikkelingsplannen en hoge prestatiedoelen. De factor ‘arbeid’ wordt steeds verder uitgerekt. En is de rek eruit, of knapt er iets, dan wordt de werknemer afgedankt.
Onder zo’n druk, wil je naar vakantie snakken. Vooral ook, omdat de prestatiecultuur de hele maatschappij in de greep heeft. Wat een mens tegenwoordig ook doet, alles moet in de hoogste versnelling, tot in perfectie worden uitgevoerd. Steeds meer mensen raken zelfs overspannen van vrijetijdsbesteding. Zoals ‘Facebook’, waar het “liken” een dwanghandeling is geworden. Want als je niet genoeg “like’t”, verlies je je gezicht.
En dan heb je de kerkmensen. Die toch zouden moeten weten, waar Abraham de mosterd – de rust en vrede – haalt. Zij verkeren in nood, om het werk van de Heilige Geest op te willen knappen met businessplannen. Iets waar je geestelijk moe van wordt.
Tenslotte wil ik nog de gezinnen noemen, waar ‘time-management’, lees rennen en vliegen, een modewoord is geworden, omdat het veel gecontroleerder klinkt, dan stressen.
Ja, wie heeft in deze maatschappij nou geen vakantie nodig?
En dan, is het eindelijk zo ver. Vakantie!! Met de tong nog op de schoenen en de wallen onder de ogen, worden de lijstjes nog één keer doorgelopen. Op een A4-tje, lettergrootte 8, lijkt het nog te overzien, maar probeer het eens in de steeds kleiner lijkende auto te proppen! En er moet wat mee hoor! Allemaal écht básis. Zoals: dozen vol elektronica, opladers, spelletjes etc. Want kernvoorwaarde voor een geslaagde vakantie is ‘WiFi’, zodat je je niet hoeft te vervelen. Maar ook heel wat voedsel, waar ze in het buitenland geen weet van hebben, wordt meegesleept. Zoals: pindakaas, hagelslag, kaas en een mud vertrouwde aardappels. En omdat zelfs het buitenlandse weer geen garantie biedt, draagt de gouden koe, naast alle al genoemde bagage, een nog eens verschillende complete garderobes.
Goed, de auto is dus de avond van tevoren gepakt en gezakt. En na een nacht vol hazenslaapjes, door vermeende geluidjes van autokrakers heen, wordt er de volgende morgen uitgeput een begin gemaakt met ‘Het Grote Genieten’. De rollen zijn keurig verdeeld: vader rijdt, moeder moet – tussen de geluiden van de Tom-Tom door – achterstevoren de vrede onder het “Wii-ende” kroost handhaven. Op rustigere momenten wordt er al gemijmerd over de te verwachte bestemming in den vreemde. Hoe zou het er zijn, ondanks de voorstudie op internet via Google Earth, en de Review-recensies?? Allengs steken vervelende gedachten ook de kop op. Want iedere reiziger heeft vakantie-angsten, die als verstekelingen meereizen. De top-3: angst voor een buitenlands ziekenhuis; om bestolen te worden; en de confrontatie met een zwaar tegenvallende bestemming.
Je vraagt je soms dan of: waarom een mens eigenlijk op vakantie wil… Tel daarbij de overmatige zonneschijn, waardoor je melk-wit kan beginnen, en rood als een kreeft kan eindigen.
En eenmaal thuis, wacht: de auto uitpakken, zorgen dat alles weer een plekje krijgt, wassen draaien, gras maaien, caravan stallingrijp maken, je geduld bewaren met de ontregelde kinderen enzovoort.
Schrijver Godfried Bomans formuleerde het ooit heel raak: ‘Men gaat op reis, om thuis te komen…’
Een quote waarin een diepere laag valt te ontdekken. Want in wezen, is iedere mens – elke levensdag – een reiziger. Wordt verwachtingsvol geboren, reist hoopvol, met alle bagage, door het leven heen en bereikt dan de eindbestemming.

Ik wens u een voorspoedige reis, en een behouden aankomst.

Roger

 

loader