‘Vanuit de zijbeuk’

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.

Van aardappel tot afval

Met enige regelmaat ontmoet ik nog steeds enkele oud-collega’s. Van collega’s zijn we eigenlijk vrienden geworden; ook de partners hebben zich aangesloten. Het vroegere werk speelt in onze gesprekken nauwelijks nog een rol. Al duikt vaker nog wel eens een of ander sterk verhaal uit die tijd op. Als regel beginnen we onze samenkomsten met een kort rondje ‘Nieuws van het gezondheidsfront’. Na deze ‘begroetingsceremonie’ komen een veelheid aan onderwerpen voorbij: dat kan variëren van een familieprobleem tot mijnheer Trump; van Max Verstappen tot Vatileaks. Om maar een paar dwarsstraten te noemen. Vaker valt er ook wel een naam van iemand die het heel ver geschopt heeft, dan wel heel hard op zijn bek is gegaan, of beiden.
De laatste keer, dat we elkaar zagen, was in die week net Leo van Gansewinkel uit het naburige Soerendonk, overleden. Begonnen als vuilnisman, groeide hij uit tot de grootste afvalmagnaat van het land. Van man, die geen cent te makken had , kwam hij de Quote 500 binnen: de lijst waarop de namen van de 500 rijkste landgenoten prijken. Een collega kon niet nalaten te melden, dat een schoondochter van die ‘mijnheer Leo’ in de jaren ’70, nog enkele jaren als secretaresse bij het NKV voor hem gewerkt had.
Een andere collega – Johan – vervolgde met het verhaal over zijn schoonzoon Marco, die na de middelbare school, in de aardappelhandel terecht was gekomen. Terecht gekomen? Nee, bewust gekozen! Zijn vader was aardappelteler en zoonlief was hem – vanaf het moment, dat hij kon lopen – in dat spoor gevolgd. Een aantal jaren geleden was het Nederlandse bedrijf, waarvoor hij werkte, overgenomen door een Frans bedrijf. De schoonzoon werd al snel hun eerste man in Nederland en daar werd binnen enkele jaren België en Luxemburg aan toegevoegd. En sinds enkele weken was hij doorgestoten naar de top van deze hele grote ‘aardappeljongen’ in Europa. Natuurlijk waren er felicitaties voor schoonzoon en dochter geweest. Maar ook een wijze raad van schoonvader Johan: “Zorg er vanaf dit moment vooral voor Marco, dat je niet in de puree komt te zitten…”
Ik meldde mijn vrienden dat die Leo en Marco zomaar ook Mat had kunnen heten. Ook ik had – weliswaar in mijn kinderjaren – in dezelfde materie gezeten, waarin de beide genoemde mannen tot grote hoogte gestegen waren. Mijn zomervakantie werd vroeger deels in beslag genomen met ‘aardappelen rapen’ thuis op de boerderij. Na het rapen gingen we vaak nog een uurtje spelen in het bos. We hingen dan ook vaak rond op de ‘pèrshimmel’, waar de gemeente het Meijelse vuilnis stortte. De oud- collega’s konden mijn inbreng op dit punt die middag wel waarderen. Eentje informeerde zelfs naar mijn plaats in de Quote 500. En dan nog even dit: aardappelpuree vinden Jacqueline en ik beiden nog altijd erg lekker!

Mat

 

loader