‘Vanuit de zijbeuk’

week 34-2021:  Agenda en meer  (door Mat)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend door enkele mensen – betrokken bij onze parochie – wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in eigen dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

Zaken, die men niet mocht vergeten, kregen vroeger een plekje op de keukenkalender. Van een agenda – laat staan de elektronische agenda – had nog nooit iemand gehoord. In mijn leven kreeg de (school)agenda een plek toen ik naar de MULO ging. En ook nu nog behoor ik tot het uitstervende ras, dat gebruik maakt van een ‘papieren agenda’. Vanaf de eerst dag op de MULO tot op de dag van heden. Meer dan 60 jaar dus. Was die agenda op school verplicht, in mijn vakbondswerk was ie onmisbaar en ook nu nog ligt hij altijd open op m’n bureau. En als ik de deur uitga, zit hij – vaak nodeloos overigens– nog steeds in mijn binnenzak. In m’n werkzame leven kende die agenda  een ‘open verbinding’ met de bureauagenda van de secretaresse. Aan de hand van die bureauagenda werden op  vrijdag alle benodigde vergaderstukken voor de week, die komen ging, op mijn bureau gedeponeerd. Vaak nog aangevuld met een hele lijst aantekeningen over andere zaken, die in die week van mij verwacht werden. Nu is het Jacqueline, die regelmatig afspraken in mijn agenda zet en aantekeningen op het bureau deponeert. Kon ik vroeger die lijst aantekeningen van de secretaresse niet negeren, dat geldt nu evenzeer voor de lijstjes van Jacqueline!
Na ‘deze blik op mijn agenda verleden en heden’, een kijkje in die van schoonzusje Wilhelmien. In de periode, dat ze met mijn broer Piet het Oranje Hotel ‘bestierde’, lag er achter de tapkast altijd een hele dikke agenda, waarin alle – voor de zaak van belang zijnde zaken – werden genoteerd. Kende mijn agenda een ‘open verbinding’ met de bureauagenda van de secretaresse, van de agenda van Wilhelmien kon je zeggen dat die in een open verbinding stond met bierviltjes. Bierviltjes, die natuurlijk het logo voerden van ‘het bier van hier’, maar dat terzijde. Op de achterkant van die viltjes stonden vaak allerlei aantekeningen voor die dag of een later moment. Zaken, die nog geregeld moesten worden voor een bruiloft of vergadering. Bestellingen voor slager, bakker of groenteboer, of de brouwer die gebeld moest worden. Nu ook Wilhelmien alweer een aantal jaren van haar ‘relatieve’ rust geniet, is die drukke ‘zakenagenda’ uit haar leven verdwenen. Echter niet verdwenen zijn de bierviltjes. In keuken, woonkamer en bij de computer is altijd wel een stapeltje te vinden. Maar de voorraad is slinkende. Op haar laatste verjaardag kwamen alleen nog viltjes op tafel, die aan de achterkant beschreven waren. Als je ze door je handen laat glijden, glijdt ook het momentele leven van deze ‘kastelijnsvrouwe-in-ruste’ aan je voorbij. Om haar privacy niet te schenden, ga ik daar nu natuurlijk niet op in. Wat ik wel wil melden is, dat het hoog tijd wordt, dat de voorraad viltjes wordt aangevuld, nu deze een gevaarlijke ondergrens heeft bereikt. Ik kan haar in uiterste nood – uit mijn Geleense tijd – nog wel aan een rol van de Alfa brouwerij in Thull helpen. Maar dat kun je iemand, die haar hele leven ‘Bier van de familie Geenen’ heeft geschonken, toch niet aandoen. Voor de jaren die nog komen, noodgedwongen overstappen op de viltjes van ene wildvreemde Harry Meens uit Thull. Nu maar hopen, dat ‘Peter, een van de ‘adjudanten’ van de familie Geenen deze ‘noodkreet’ leest. “Peter, gooi binnenkort een paar rolletjes bij m’n schoonzus binnen. Het kan toch niet zo zijn, dat Wilhelmien na al die trouwe jaren nog vreemd moet  gaan”?!

Mat

 

1

One thought on “‘Vanuit de zijbeuk’

  • Ook ik ondersteun de “noodkreet-oproep” van Mat, temeer omdat de beste ideeën op de achterkant van een bierviltje ontstaan.

Comments are closed.

loader