‘Vanuit de zijbeuk’

week 10-2023: (door Roger)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

Kinderziel

Soms kom je ineens een nieuwsbericht tegen, waarvan je heel goed moet nadenken of je nu voor de gek wordt gehouden (en ook nog eens rond de Carnaval) of niet. “Engelse uitgever gaat tekst boeken Roald Dahl aanpassen”. Nee, dat kan niet echt zijn, dat is een grap. Maar, het is geen 1 april grap. En ik ben ook nog nergens een bericht tegengekomen dat dit weerspreekt. Wel heb ik gezien dat de Franse en Nederlandse uitgevers het voorbeeld niet gaan navolgen.

Woorden als ‘lelijk’ (in het Mééls: ‘lillik’) of ‘dik’ mogen niet meer. Dat is kwetsend. En, kinderen kunnen daar last van krijgen. De wereld begint de realiteit te verliezen, denk ik dan.

Ik weet nog goed dat mijn ouders vroeger een heel dik (oeps) Sprookjesboek voor ons hadden. De verzamelde sprookjes van de Gebroeders Grimm. Twee Duitse broers –leerde ik later op de middelbare school- die zorgvuldig volkscultuurverhalen verzamelden en nauwkeurig optekenden. Want zij bedachten die niet zelf. Die waren van generatie op generatie doorverteld. Roodkapje, bestond al héél lang. Ik genoot er steeds opnieuw van.  Met de (tegenwoordig, ook beschermde) wolf. Een slapende Prinses die –ongevraagd- wakker wordt gekust. Zou dat, wettelijk nog mogen?

Misschien niet verantwoord, voor een tere kinderziel. Maar, ik genoot ervan. Van Prinsen en Prinsessen. Van draken, en kikkers. In sprookjes, kon alles. Daar wordt het dienstmeisje, een prinses.  Kom daar nog maar eens mee, in de huidige politiek. En een lelijke (oeps) kikker, een Prins.  (P.S. we laten de naam ‘heks’, gevoeglijk maar even achterwege).

In het echte leven, is dat allemaal niet mogelijk. Daar blijft heden ten dage een dienstmeisje, of buschauffeur, gewoon ploeteren voor een hongerloontje. En wordt een kikker in de (beschermde) Peel, opgegeten door een reiger.
Maar als kind, kon ik wegdromen. En in gedachte rondlopen in een land, dat nog mooier was dan in het boek Narnia. Of als een sprookje voor het slapengaan steeds opnieuw werd verteld, zodat je het als kind bijna woordelijk van buiten kende, gaf dat – hoe spannend ook – een vertrouwde rust.

Vliegen, en toveren. Ik was in mijn vast hoekje op de bank, vaak helemaal ‘vertrokken’ naar een andere werkelijkheid. Met het neusje, in een groot boek. Heerlijk.

Jammer, denk ik dan, om dat de kinderen te onthouden.  Of ja, in dezelfde krant staat deze week ook te lezen dat volgens de Pastoor van Weert (communie)kinderen de verhalen van Harrie – Potter – beter kennen, dan van Jezus.

Laat Sjakie, in de chocoladefabriek, maar een klein menneke zijn. (Eén van mijn favoriete jeugdverhalen). Sommige mensen, zijn nou eenmaal wat kleiner dan anderen.

In je latere leven, kom je toch wel – ook soms op best hardhandige wijze – tot de ontdekking, dat sprookjes niet bestaan.  En ook dramatische gebeurtenissen – niet alleen nagespeelde, zoals binnenkort de vertelling in d’n Binger van: ‘Ik ben Alexander’ – zijn onvermijdbaar, in een mensenleven.

En ook  worden de komende dagen – voor de Verkiezingen –  zeker nog weer, enkele sprookjes met een glashelder gezicht verteld.

Toch eens vragen, waar mijn moeder dat boek van de Gebroeders Grimm nog heeft gelegd…

Roger

1

One thought on “‘Vanuit de zijbeuk’

Comments are closed.

loader