Nao de Hòmmis

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van zondag 2 september

Jan: Was de inkt van het stukje van de redactie van de parochieweblog – over die man die schuldig is aan de dood van Nicky Verstappen – nog maar nauwelijks droog, werd hij al in de boeien geslagen.
Ger: En niet in de Vogezen, maar in een onherbergzaam gebied in Spanje.
Lei: En nou maar hopen dat hij snel zijn verhaal doet en de zaak vlug voor de rechtbank komt.
Jan: Precies Lei, want zolang dat allemaal niet gebeurd is blijft het allemaal heel erg moeilijk voor Berthie, Peetje en Femke. En hopelijk gaat de dader zijn terechte straf niet zal ontlopen.
Ger: En dan eindelijk wat rust, al zal dat allemaal ook weer relatief zijn.

===============================================

Jo: Onze Méélse Toneelvereniging COM gaat flink werk maken van ’75 jaar bevrijding’ dat volgend jaar herdacht wordt.
Niek: Die hebben na het succes van de Méélse Revue in 2016 blijkbaar ook de smaak voor bijzondere producties te pakken gekregen.
Lins: De combinatie van toneel en een documentaire op een groot scherm lijkt me heel apart. Trouwens, ik las dat ze voor de opname van die documentaire nog op zoek zijn naar figuranten. Zou dat niks voor ons zijn jongens?
Piet: Maar waarom direct een figurantenrol voor ons Lins. Er zou toch best een scene in het stuk verwerkt kunnen worden, van mensen die tijdens de bevrijding onverstoorbaar met elkaar zitten te kaarten in ’t café. Wiel zouden ze daar beter voor kunnen vragen als ons. We hebben allemaal meer als 50 jaar ervaring in kaarten ‘Nao de Hommis’. En we zitten hier ook nog eens in een café met een heel lange historie in ons dorp.
Jo: En ze hoeven ons helemaal niet te betalen. Al dienen de glazen wel op tijd gevuld te worden, maar dat is vanzelfsprekend.
Niek: Jullie geloven toch niet dat ze het verhaal nog gaan herschrijven om onze kaartclub een plezier te doen? Nee jongens, ik vindt dat we ons maar moeten schikken in een figurantenrol. Vragen we die vrouwen van ons ook om mee te doen.
Lins: Precies Niek! En dan kunnen we er ons na afloop nog altijd ene stevige op de lamp schudden. Ik vraag Bertha wel om met die van jullie contact op te nemen, dan gaan we daar samen nog een mooie dag van maken.
Piet: Lopen natuurlijk wel kans dat ze figuranten zoeken van een heel ander kaliber als wij. Echte dorpsfiguren , die er in Méél toe doen.
Jo: En jij wilt dus zeggen dat wij jongens van niks zijn!
Piet: Van niks wil ik niet zeggen, maar we staan toch niet op één lijn met bijvoorbeeld Henk Daems; Nölleke van den Hurk, Jan van Rijt of An Hanssen.
Jo: Wat een gezwets, die eerste drie die je noemt lus ik rauw. ‘Ons An’ niet, zou dan ook nog wel eens klappen kunnen krijgen van Jo …

===============================================

Wim: Nou staat echt vast dat ons Méélse centrum zeer gebruiksonvriendelijk is voor slechtzienden.
Thei: Dat hebben jij en Toos zeker vastgesteld. Dan kun je samen beter eerst eens voor een nieuwe bril naar onze Méélse opticien Reinier gaan.
Wim: Oh, gaan we op die toer. Maar Reinier heeft er wel wat mee te maken. Wethouder Roland van Kessel wilde zelf wel eens weten hoe het nu echt zat. Hij kreeg door Reinier een bril opgezet, waardoor het zicht allerbelabberdst was. Na een paar honderd meter had ie al een paar flinke blauwe plekken, doordat hij ergens tegenaan gelopen was. Toen moest het ergste nog komen. Hij liep in Dorpstraat tegen zo’n reclamezuil. De bril van zijn kop. Glazen kapot, montuur hartstikke scheef en de proef was gelijk beëindigd.
Cor: Ik kan jullie verzekeren dat er de komende dagen met de kermis wel meer van dit soort ‘blindgangers’ naar huis lopen. Maar dat komt niet omdat ze tot de categorie slechtzienden behoren. Dat heeft alles te maken met ‘dat bier van hier’.
Wim: Jongens laat er ons nog gauw eentje ‘vatten’ voordat we dadelijk op huis aan moeten voor de kermissoep.
Cor: Bij ons met zelfgemaakte balletjes. Er gaat niks boven de balletjes van ons Thea.
Wim: Dat zal wel …

De redactie wenst iedereen fijne kermisdagen. Laat – jong en oud – er samen een mooi feest van maken. En het heeft er alle schijn naar, dat de weergoden ons daarbij graag de helpende hand bieden!

 

loader