‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

Nao de Hòmmis van 29 oktober  

Jo: Aan alles is te merken dat de politieke partijen zich aan het opmaken zijn voor de raadsverkiezingen, ook al zijn die pas in maart volgend jaar.
Cor: Ja, mij weten ze nu ook weer te vinden. Kreeg al twee uitnodigingen in de bus om een bijeenkomst van zo’n club bij te wonen.
Thei: Diverse partijen hebben al hun lijsttrekker gekozen en nu wordt het natuurlijk dringen voor de volgende plaatsen op de lijsten. En elke partij probeert natuurlijk min of meer bekende figuren binnen de gemeente hoog op de lijst te krijgen. Mensen kiezen nog altijd meer op personen als op partijprogramma’s.
Cor: Maar vaak wordt je in die programma’s ook maar naar de mond gepraat. Ze vertellen datgene waarvan ze denken dat dit bij de mensen goed valt.
Jo: En natuurlijk moet je verkondigen, wat de ander de afgelopen periode allemaal fout heeft gedaan.
Wim: Ik kan me er nog niet druk om maken. En trouwens gaat het na de verkiezingen vaak om heel andere dingen als ervoor. De lekkere worsten die ze ons hebben voorgehouden worden weer opgeborgen tot de volgende verkiezingen en de zure haringen komen op tafel.
Thei: En ondanks dat alles ga ik altijd naar de stembus. Hoe klein je invloed ook is, het is altijd nog meter als je stem niet te laten horen.

===========================================
Wiel: Leuk die artikelen over straatnamen in Hallo Peel en Maas.
Jan: Je doelt dan bijvoorbeeld op die mgr. Thijssenstraat in Baarlo. Ik denk dat in elk dorp wel van die voorbeelden zijn en niet alleen van geestelijken.
Ger: Die laatsten zijn in ons dorp anders ook wel goed bedeeld: Pater Willems heeft hier zijn eigen plantsoen en de pastoors Wouters, Frische en Schreurs ieder een eigen straat.
Jan: En dan vergeet je pastoor Schoenmakers nog, die een paar jaar geleden bij onze kerk zijn eigen pleintje kreeg. Het gebeurt maar zelden dat iemand zijn eigen straatnaambord mag onthullen en die eer viel hem toch maar te beurt.
Co: Ik vond dat toen een heel mooi moment. Een beetje ludiek, maar met een heel serieuze ondertoon. Ook onze oud pastoor was er zichtbaar door ontroerd.
Wiel: Mij doen dit soort namen in ieder geval meer als die van wereldleiders als Churchill en Kennedy. Of neem zo’n figuur als Prins Bernard, waar we intussen van weten dat die de raarste dingen heeft uitgespookt. Woon ik al jaren in een straat die naar dit figuur is genoemd…
Jan: Soms krijg ik de indruk dat er ook wel een straat – of wat daarvoor door moet gaan – wordt weggemoffeld. In het verlengde van de Steenoven loopt een landweg de vroegere peel in. Dat was in mijn jeugd al de burgemeester Sanderslaan . Natuurlijk ook een beetje overdreven om een landweg waarover alleen boerenkarren kwamen, op te waarderen tot laan. Maar toch. De naam kom je nu op geen enkele hedendaagse plattegrond meer tegen. Ra, ra.
Ger: Sinds kort kun je in ons dorp zelfs in het ‘Paradijs’ gaan wonen. Heb je twijfels bij het ‘Hemels paradijs’ of voorzie je dat je dat toch misloopt, dan ligt – mits je een paar centen hebt – in eigen dorp het aards paradijs onder handbereik.

=====================================================

Bert: De bladeren beginnen alweer aardig te vallen, maar gelukkig hebben we zo’n bladbak van de gemeente bij ons voor de deur staan. Toch wel makkelijk.
Piet: Bak of geen bak; ik ben elk jaar weer blij als de bladeren van de bomen zijn. Al gebied de eerlijkheid natuurlijk dat ik in het voorjaar ook wel blij ben als de knoppen aan de bomen weer openspringen. Één blad, twee kanten zou je kunnen zeggen.
Jan: Laat ons een voorbeeld nemen aan ons aller An. Die maalt niet om een kuub bladeren meer of minder. Die houdt in haar eentje het hele kerkplein bladvrij.
Bert: Nou doe je An wel te kort. Niet alleen het Kerkplein maar ook het trottoir van de beugelbaan tot de kerk behoort tot haar werkgebied.

====================================================

Lins: Vroeger konden we in ons dorp alleen vissen op een paar soorten die hier van oudsher voorkwamen als, snoek, baars en bliek. Sinds enkele jaren ook op forel, een vis die van nature voorkomt in snelstromend, liefst kristalheldere riviertjes. Ook voor de sportvisser veranderen de tijden.
Dirk: Maar ook voor de viseter. Sinds kort kun je bij de Burgemèster terecht voor verse Zeeuwse mosselen. Ook daar wordt met mosselbanken de natuur echter een aardig handje geholpen net als bij het uitzetten van forellen.
Jan: An sich hoeft daar natuurlijk niks mis mee te zijn. In Ospel is al iemand die slakken kweekt.
Lins: Zo zou je in Meijel best een bedrijfje kunnen starten dat de liefhebbers van kikkerbilletjes voorziet. Vroeger hadden die beestjes hier hun natuurlijk leefgebied. In de zomer was het rond de Peel een gekwaak van jewelste. Gewoon een kwestie van terugkweken en als delicatesse bij de “Heer van Meijel op de kaart zetten. .
Jan: Pieter Luyten van ‘De Stoep, zou zich kunnen specialiseren in eendenborst. Op de Noordervaart zitten ze voor het grijpen.
Dirk: Dan weet ik er ook nog wel een. De koks van het Oranje Hotel kunnen de konijnen op het kerkhof weg gaan vangen:’ Méélse kneenj in ut zoeër’ kan het daar helemaal gaan maken.

 

 

 

loader