‘Sóndese koost’

Sóndese koost van zondag 05 november 2023

Ook in ons dorp krijgt de zondagmorgen al geruime tijd een heel andere invulling dan vroeger. Stonden de vrouwen destijds de hele morgen aan het fornuis om – als manlief uit de Hòmmis/café kwam – ‘Sóndese koost’ op tafel te brengen, hoe anders is dat tegenwoordig. De vrouwen gaan nu op de zondagmorgen met vriendinnen lekker wandelen, al mogen – bij uitzondering – ook wel eens de mannen mee. En als regel wordt die wandeling afgesloten met een lekkere kop koffie of een drankje in een van de Méélse horecagelegenheden. Over alle zin en onzin die ter sprake komtleest u wekelijks in onze rubriek ‘Sóndese koost’.

Hallo, met mij.

Vvvt vvvt, vvvt vvvt.

Monique: Hé Linda, je gaat af.

Linda: Ikke?

Monique: Nou ja, je telefoon.

Linda: Jaja, dat snap ik. Ik dacht juist dat jij het was. Nou ja, oké.

Monique: Wat oké?

Linda: Gewoon, oké!

Monique: Neem je niet op?

Linda: Waarom?

Monique: Nou ja, iemand heeft je blijkbaar nodig.

Linda: Ik ben nu toch aan het wandelen met jou.

Monique: Klopt. Maar…

Linda: Maar niks. Ik kijk straks wel. Als het ergens brandt, moeten ze 112 bellen, niet mij appen.

Monique: Ja, daar zit ook wel wat in. Maar ik vind het knap hoor, dat je dat zo kunt. Ik zou het mezelf niet vergeven als ik iets van de kinderen zou missen.

Linda: Dat is natuurlijk wel wat anders. Maar toch. Onze ouders hadden toch ook geen mobiel toen wij klein waren?! En zij gingen ook wel eens een wandeling maken. Dat is toch ook nooit misgegaan? Weet je, je kunt niet de hele dag ‘aan staan’.

Monique: Ik snap je wel. Maar toch voelt het anders.

Linda: Weet je wat ik raar vind? Jonge vaders en moeders die van achter de wandelwagen bellen en appen. De hele wandeling! En dan zo’n kindje, wat met grote ogen naar ze kijkt. Zo van ‘joehoe, hier ben ik ’of ‘ heb je het tegen mij?’ Ik heb misschien makkelijk praten omdat ikzelf geen kinderen heb, maar kun je niet beter er soms echt niet zijn, zoals tijdens je wandeling, maar als je er wél bent, dat je er dan ook echt bent?! Deze mensen zijn misschien wel de hele dag met hun kindje thuis, maar zijn met hun hoofd de hele dag ergens anders, bijvoorbeeld in dat telefoongesprek.

Monique: Ik denk dat je daar gelijk in hebt. De eerste weken en maanden van de opvoeding zijn zo essentieel voor de hechting van een kind. Dat haal je ook nooit meer in. Over inhalen gesproken. Wintertijd of niet, Peter ging vorige week voor dag en dauw al vissen. Ik wilde hem zijn vergeten boterhammen nabrengen, maar hij zat al bij het kanaal. Ik dacht dat hij helemaal ‘kééjnsj’ geworden was, want ik hoorde hem tegen de vissen praten. ‘Ut moet nie gekker wéére’ dacht ik nog. Wat bleek: hij had zijn airpods ingedaan en zat handsfree te bellen met iemand. Maar ja, ik had die witte dingen in zijn oren niet gezien.

Linda: Hihi. Ik ben zo wel eens tegen een wildvreemde gaan praten, toen ik door Eindhoven liep. Ik dacht zeker dat ie me wat gevraagd had, maar die bleek later ook in zo’n gesprek te zitten. Hij kon er gelukkig mee lachen.

Monique: Vroeger was er maar één in het centrum van Eindhoven die tegen zichzelf sprak, maar die is er niet meer. Als je toen mensen tegen zichzelf hoorde praten, wist je dat er iets met ze aan de hand was. Tegenwoordig is het normaal dat mensen in hun eentje hardop praten en als ze iemand tegenkomen juist geen goedendag meer zeggen. Beetje de wereld op zijn kop, niet?

Linda: Ja. Ze willen met die wet AVG ons allemaal beschermen dat zomaar je gegevens op straat liggen en tegelijkertijd luister je met de meest intieme gesprekken mee van iedereen die op straat aan het beeldbellen is.

Monique: Dat vind ik nou ook zo gek. Sinds wanneer houd je je telefoon in het openbaar niet meer tegen je oor? Ik heb dat effe gemist. Als ik dus iemand bel, moet ik er dus altijd rekening mee houden dat niet alleen die persoon, maar een winkel of wachtkamer vol mensen meeluistert.

Linda: Dus jij brengt hem zijn bammetjes na?

Monique: Huh, wat zeg je?

Linda: Als Peter, jouw volwassen man, zijn boterhammen vergeet als ie gaat vissen, dan breng jij ze na?

Monique: Ja natuurlijk.

Linda: Wat ben je toch een lief moeke! Ik zie je al helemaal in het donker, met dat trommeltje onder je arm tussen dat riet kruipen. ‘Wat ruist er door het…struikgewas?’

Monique: Toch was het zo donker niet. Het was vorig weekend volle maan, daar heb je veel licht van. En trouwens, gooi die rode gloed in de lucht van de kassen ook niet weg. Hoewel dat intussen veel minder is geworden. Daar gelden nu nieuwe wetten voor, dat het ’s nacht afgedekt moet zijn.

Linda: Ja of de telers hebben geen winterteelt meer, omdat de stroom veel te duur is geworden. Zonder dat extra licht, is het wel veel beter voor vogels, leerde ik vorige week bij Nacht van de Nacht.

Monique: Nieuw t.v. programma?

Linda: Nee, een wandeling door het donker met een gids van de IVN. Heerlijk, zo’n frisse neus in de avond. Ben daarna zonder kachel aan maar lekker onder een warm dekentje gaan zitten. Alleen tegen de adviezen in, wel nog wat t.v. gekeken voordat ik ging slapen. Hoewel ik van die programma’s niet warm of koud werd.

loader