‘Vanuit de zijbeuk’

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op onze weblog die afwisselend door enkele mensen uit onze parochie wordt ingevuld. Ze geven zo hun eigen kijk op gebeurtenissen in ons eigen dorp of ‘de grote wereld’. De ene keer puntig en uitdagend, dan weer met een grote knipoog.

Verhuftering

Ik heb eigenlijk altijd wel belangstelling gehad voor de debatten in de Tweede Kamer. Ik herinner me nog best de tijd, dat de Kamerleden elkaar aanspraken met: de geachte afgevaardigde ‘die en die’…   En – eerlijk is eerlijk – het mocht er van mij best stevig aan toe gaan. Als in de jaren ‘70 Marcus Bakker het spreekgestoelte beklom, spitste ik mijn oren: er was vuurwerk op komst. En als nadien Hans Wiegel en Joop den Uyl elkaar in het debat opzochten, konden ze elkaars ideeën stevig bestrijden. Maar hoe oneens ‘de geachte afgevaardigden’ het in die jaren met elkaar konden zijn, er was wel respect voor elkaar als persoon! Ja, ja vroeger bleven de opponenten elkaar in een stevig debat nog steeds met ‘geachte afgevaardigde’ aanspreken.
Hoe anders gaat het er nú aan toe in ’s Landsvergaderzaal. Van die ‘klasse en waardigheid’ uit vroegere jaren is weinig meer over. “Het lijken wel verbale bokspartijen”, meldde een commentator. Het heeft er alles van weg, dat degene, die de meest brutale en verraderlijke klap uitdeelt, de slag om de aandacht gewonnen heeft. Bij bokspartijen heeft men het vaak over een rechtse , of linkse directe. Gooi in de politiek echter ‘de directe vanuit het midden’ ook niet weg. Die van het midden zijn even verraderlijk als die linkse of rechtse! De geachte afgevaardigden van nú zeggen rustig, dat de ander een ‘beroepslafaard’, een landverrader of ‘een klein, miezerig, hypocriet, mannetje is’. Ik heb het nog veel bonter gehoord , maar wie weet is er misschien ook wel een kind, dat deze column leest… Dat laat ik hier dus maar achterwege. Ik ben het hartgrondig eens met die columnist in de NRC die meldde, dat de verhuftering bezit heeft genomen van ’s Landsvergaderzaal.
Nou wil ik hier absoluut niet het ‘heilig boontje’ uithangen. Jawel, ook ik heb me in situaties vaker laten gaan en dan dingen gezegd, die niet kunnen. Maar ik heb het – gelukkig maar – wel altijd kunnen opbrengen, om die ander daarvoor nadien mijn excuses aan te bieden. Er zijn dingen, die op de late avond zelfs in de kroeg niet gezegd kunnen worden; laat staan in ons parlement!

Mat

 

loader