‘Vanuit de zijbeuk’

week 16-2023: (door Mat)

‘Vanuit de zijbeuk’ is de vaste column op de zaterdag, die afwisselend wordt ingevuld door kapelaan Roger en Mat. Ze geven zo hun eigen kijk op persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen in ons dorp, binnen de kerk of in ‘de grote wereld’. De ene keer ernstig, dan puntig en uitdagend en een volgende keer met een grote knipoog.

De énige,echte

Sinds jaar en dag beschouwen onze zuiderburen hun Ronde van Vlaanderen als de Hoogmis van het wielrennen. Ik gun hun dit idee van ganser harte. Voor mij is de klassieker Parijs-Roubaix echter het absolute hoogtepunt van de jaarlijkse wielerkalender. Om de vergelijking met de Hoogmis even door te trekken: Als de Ronde van Vlaanderen de Hoogmis is, dan is Parijs-Roubaix de Hoogmis met drie Heren en vaak veel wierook. (Stofwolken beter gezegd.) De drie Heren die dit jaar voorgingen waren’ Wout van Aert, Jasper Philipsen en de absolute topper onze enige, echte Mathieu van der Poel.
Dacht ik vroeger wel eens vaker “Wat duurt de Hoogmis weer lang”, deze Hoogmis op – hoe toepasselijk – Eerste Paasdag kon me niet lang genoeg duren.
Door met name materiaalpech wijzigde het beeld van de koers en het uitzicht op de overwinning de laatste 100 km herhaaldelijk. Het ene moment leek Jumbo/Visma de concurrentie op de knieën te dwingen en dan weer leek Alpacin met Mathieu van der Poel de beste papieren te hebben. Na een lekke band van Wout van Aert op de laatste honderden meters van de befaamde kasseienstrook Carrefour de l’Arbre nam Mathieu de touwtjes definitief in handen en snelde op de befaamde wielerbaan in Roubaix naar de overwinning.
En zoals vroeger – ook in ons dorp – ‘nao de Hommis’ gebruikelijk was, hoorde ik de ploegleider van Mathieu aan de meet zeggen “En nu is het tijd voor een lekker glas”. En ik heb er met Jacqueline ook eentje op genomen!
De plaquette met daarop de grote straatkei, die elke winnaar van deze zwaarste klassieker in ontvangst mag nemen, is sinds die Eerste Paasdag waarschijnlijk het kostbaarste kleinood, dat de toch al rijkelijk gevulde prijzenkast van Mathieu siert!

En dan nog een grootheid
Op diezelfde Eerste Paasdag overleed op 89 jarige leeftijd de dichter/theoloog Huub Oosterhuis. Oosterhuis werd in ’64 tot priester gewijd, maar vijf jaar later alweer geschorst, vanwege een ernstig conflict met de Nederlandse kerkleiding over het celibaat. Dit laatste belette hem overigens op geen enkele wijze om zijn hele verdere leven bezig te zijn om de Bijbelse boodschap op een toegankelijke, maar vooral hedendaagse wijze te verkondigen. Bij het horen van zijn overlijden, kwam me gelijk weer een voorval uit de jaren ’80 met toenmalig bisschop Gijsen voor de geest.  Gijsen verordineerde, dat in de Limburgse kerken geen teksten en liederen van Oosterhuis meer gebruikt mochten worden. Voor onze toenmalig pastor prof. Frans Heggen van de Pastoor van Arskerk in Geleen-Zuid volstrekt onacceptabel! Hij liet dit aan het einde van de eerstvolgende Dienst in onze toenmalige parochie in niet mis te verstane woorden blijken. Zijn woorden werden door het koor afgesloten met het overbekende ‘De steppe zal bloeien, de steppe zal juichen’. Voor mijn gevoel is een lied door kerkgangers in de ‘van Ars’ nooit eerder met zoveel overtuiging en kracht meegezongen dan op die bewuste zondagmorgen!

Mat

loader