‘Nao de Hòmmis’

Tot ver in de jaren ’60 was de Hoogmis op zondagmorgen vaak tot de laatste plaats bezet. Ná de Hoogmis was het in de omliggende cafés niet veel anders. Onder het genot van een glas bier of een borrel werden verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld en het dorpsnieuws aan elkaar doorverteld. In ‘Nao de Hòmmis’ gaan we wekelijks opnieuw dat dorpsnieuws aan elkaar doorvertellen. Humoristisch, ernstig, zelf gezien of van horen zeggen.

de Hòmmis van zondag 3 juli
Wiel:
Zou er iets met Piet aan de hand zijn; die is anders toch werkelijk elke zondag van de partij.
Jan: Met één uitzondering vriend; de zondag van de Oud-Limburger. Die is met Bertha al onderweg naar Maasmechelen, waar het feest dit jaar plaats vindt. Bertha vertelde een paar weken geleden nog aan Annie dat het dit jaar de 39e keer in successie wordt dat ze er naar toe trekken. Volgend jaar dus ’n jubileum.
Bert: Valt me wel op dat die Belgen over het algemeen voor een wat sobere aanpak kiezen. Bij ons lijkt het of het elk jaar grootser moet.
Wiel: Daar zijn ze toch wel op terug aan het komen, heb ik de indruk. De financiële risico’s worden enorm en het wordt alsmaar moeilijker om die vele honderden vrijwilligers bij elkaar te krijgen. De grenzen zijn duidelijk bereikt en die tweede kavelronde een week later is bitter hard nodig om het kostenplaatje rond te krijgen.
Jan: In datzelfde ‘Bels’ stuurde ze wat jaren terug zelfs mensen het schootsveld in waardoor het schieten moest worden afgebroken omdat ze bang waren dat het op die zondag anders al werd uitgeschoten.
Wiel: Vandaag is overigens ook nog een ander festijn met een lange traditie; de Kennedymars in Someren over een afstand van maar liefst 80 km.
Bert: Daar blijft mij altijd dat verhaal over bij, van die man die meer dood dan levend over de finish kwam. Werd door zijn vrouw binnengehaald met een geweldige bos bloemen en het leed leek snel vergeten. Leek. Want toen ik het stel een uurtje later tegenkwam op de grote parkeerplaats hadden ze bijna slaande ruzie. Ik hoorde die man schreeuwen: “Jij trut, heb ik me 80 km. gelopen en dan weet jij niet eens meer waar je de auto geparkeerd heb. Kan ik dadelijk nog 10 km. naar huis lopen. Waar heb ik in Godsnaam deze vrouw aan verdiend.
Wiel: Zo zie je maar weer dat bloemen snel vergeten kunnen zijn. Hopelijk is het met die kwaadheid hetzelfde gegaan, toen de auto eenmaal gevonden was.

Lins: Als je ziet wat het weer in Heusden, Asten en Someren heeft aangericht dan zijn we hier vorige week donderdag toch wel door het oog van de naald gekropen. In die plaatsen heeft het onweer met hagelstenen als tennisballen voor gigantische schade gezorgd. Grote tuinderskassen waar nauwelijks nog een ruit instaat en zwaar beschadigde daken. En in elke straat de nodige zwaar beschadigde auto’s en daken. Je gelooft je ogen niet.
Toon: Ze zeggen wel ooit dat boeren altijd klagen, maar als je hele oogst vernield is of je stallen zwaar beschadigd, kan ik me voorstellen dat de boerenorganisaties vragen om ondersteuning voor die zwaar getroffen bedrijven.
Jo: Onze kerk is trouwens ook aardig geraakt door de bliksem hoorde ik. De toren vangt dan wel mooi de klappen voor de omgeving op, maar er is aardig wat schade aan de bekabeling en dat soort zaken.
Lins: Piet vertelde me daarover nog een mooi verhaal. De kerk is tegen dit soort schade verzekerd bij een maatschappij die Donatus heet. Nu is de heilige Donatus de beschermheilige tegen onweer.
Wim: Die maatschappij zal dan wel de leus hanteren “Als de heilige zijn werk niet goed doet, mag u op ons rekenen.”
Lins: Maar je kunt je ook dubbel gepakt voelen: Bidden tot de ene Donatus en moeten betalen aan de andere! Zo laadt je toch het verdacht op je, dat je onder één hoedje speelt.
Toon: Ook de uitlichting van de kerk is uitgevallen. Ben benieuwd hoe groot de schade daaraan is en hoe lag het gaat duren, voordat we ‘s avond weer van een mooi uitgelichte toren kunnen genieten.
Jo: Daarvoor zal de gemeente dan de beurs moeten trekken, want dat is geen zaak van de kerk. Ons dorp mist nu toch echt iets, vind ik, nu die verlichting is uitgevallen.

Lei: Wat een drama vorige week bij de visvijver. Dat spelende kind dat te water raakt en verdrinkt.
Henk: En een heel traumatische ervaring voor z’n vriendjes die er bij waren. Gelukkig worden dit soort zaken tegenwoordig op de scholen goed opgepakt en worden de kinderen begeleidt in het verwerken van hun verdriet.
Cor: En vergeet niet de ouders die dat bericht te horen krijgen. Dat leed draag je je hele leven mee.
Lei: Ik denk dat er voor een moeders niets erger is als haar kind verliezen. Ik herinner me nog dat na een langdurige ziekte ons Wimke overleed. Onze altijd opgewekte moe kwijnde bijna weg in haar verdriet. En tijd voor rouwverwerking was er niet in een gezin met zeven kleine koters.

Jan: ‘1 Peel en Maas’ plaatste de Méélse kinderen deze week vol in de schijnwerper. Op de voorpagina een grote foto van Mekiko dat vrijdagavond hier in het Oranje Hotel het jaarlijkse zomerconcert gaf en binnenin een groot artikel over picknick en bbq voor de communicanten en de vormelingen.
Jo: Mooi toch. Zonder jeugd geen toekomst. Dat geldt voor elke club in ons dorp en evenzeer voor de parochie. Dat hebben de kapelaan en zijn mensen natuurlijk ook verdraaid goed in de smiezen.
Jan: De pastorie gaat zo trouwens steeds meer weg krijgen van een multifunctioneel centrum. Dokter Habets heeft er nu een mooi onderdak en de tuin is beschikbaar voor de Méélse kinderen.

loader