‘Sóndese koost’

Sóndese koost van zondag 12 juni 2022

Jarenlang brachten we nao de Hòmmis – vanuit ’t café – ’t Méélse wel en wee bij u binnen. Toen ’t café in coronatijd vaak gesloten was, ontdekten we ook andere bezigheden op die zondagmorgen. Lekker wandelen door ’t dorp of fietsen ‘dur de Pieël of langs ’t Deurzes knaal’. En nu de horeca weer open is, maken we graag weer een stop bij ’n café of terras. En de verhalen die we onderweg oppikken, vertellen we graag aan u door in onze nieuwe rubriek ‘Sóndese koost’!  

Willemien: Schandalig dat ze hier de  Belfort toren weer  hebben vernield.

Marjo: Triest voor woorden, respectloos om dat te doen. Wie doet nu zo iets?

Willemien: Daar zal zich niemand voor melden, maar die zo iets doen; hebben tijd over.

Marjo: Tegenwoordig hoeft niemand tijd over te hebben. Er is werk genoeg!

Willemien: Dat bedoel ik. En alles wordt duurder, dus je zou zeggen dat er gewerkt moet worden.

Maar waar ik mij aan stoor is, dat ik vaker hoor: “Het kost voor de jeugd allemaal veel geld.”

Marjo: Ze hebben wel allemaal een mooie telefoon op zak!

Willemien:  Dat bedoel ik. Er is toch veel veranderd in de loop der jaren. Ik weet nog goed dat wij geen telefoon hadden en bij de buren gingen telefoneren.

Marjo: Ben jij al zo oud?

Willemien: Daar geef ik geen antwoord op. Aan die telefoon werd van alles verteld, toen was er geen privacywet. En de buren hielden de mond.

Marjo: Maar goed dat ik jou buurvrouw niet was!

Willemien: Dat is een grapje. Jij vraagt veel, maar zegt weinig. Maar luister, later kregen we zelf een telefoon, zo’n grijze met draaischijf en grote hoorn.

Marjo: Jij bent echt oud, maar vertel ik vind het toch leuk wat je verteld.

Willemien: De volgende telefoon was met een antenne en daar kon je in de keuken mee telefoneren.

Marjo: Wauw, er ging zeker een wereld voor je open?

Willemien: Echt wel. Toen werd ik niet meer afgeluisterd als de vrijer belde! En daarna kwam zo’n Nokia.

Marjo: Nu zitten we op dezelfde golflengte! Dat noemde wij later een “ koelkast” vergeleken met wat daarna kwam.

Willemien: Dat klopt, maar wat een vooruitgang. Je hoefde niet meer thuis te zijn om op gebeld te worden. Een paar jaar later ging ik een telefoon kopen en vroeg de verkoper: “Wat wil je met de telefoon gaan doen”? Ik keek denk ik “ óf ik watter zag brande.” Bellen en misschien een SMS versturen, wat anders ?

Marjo: Ha, ha zullen ze in de winkel ook wel hebben gekeken “óf ze watter zaage brande.”

Willemien : Dat weet ik niet meer, maar de verkoper vertelde dat ik met de telefoon ook een film kon kijken. Ik snapte er niets van. Tja en nu is de telefoon een wekker, krant, tv, computer enz.

Marjo: Als je die “koelkast” nog hebt kun je die bij de Rommelmarkt misschien laten verkopen.

Willemien: Ik denk het niet, “die wéére gé èn de straotstieën nie kwitj”

Marjo: Wel mooi dat er in september weer Rommelmarkt is in D’n Binger.

Willemien: Zeker “sjòn.” D’n Binger heeft trouwens een nieuw beheerders duo. Hopelijk gaat er van alles georganiseerd worden want daar is immers ruimte genoeg voor.

Marjo: Dan zul jij mij dat vast gaan vertellen als het zo ver is.

Willemien: Zeker, doe ik dat. Dan kunnen wij “d’r saame énne vatte”

loader